Boorn & Boerschop 2022-03: Het dagboek van Treesje Hofstee 3 (De eerste zomer na de bevrijding)

geplaatst in: Boorn & Boerschop, Publicatie | 0

Auteur: Antoinette Nitert

Afb. 01:

In de Boorn en Boerschop van april 2020, Themanummer 75 jaar bevrijding, verscheen deel 1 van het ooggetuigenverslag van de bevrijding van Borne door Treesje Hofstee. Wonend aan de Koppelsbrink heeft zij het vertrek van de Duitse soldaten en de inkomst van de Tommy’s per uur, per dag beschreven in haar dagboekje. De uitgave van deel 1 van haar dagboekje stopte op de avond van de bevrijding, 3 april ’45.
In Boorn en Boerschop 1 van 2022 is het vervolg verschenen, beginnende op de ochtend na de bevrijding. Het verhaal begint met de inkwartiering van de Tommy’s en eindigt op 8 mei wanneer in Borne de vredesklokken luiden na de capitulatie van nazi-Duitsland.
Hieronder volgt nu het derde en laatste deel van het dagboek. Het beschrijft de gebeurtenissen van de eerste zomer na de bevrijding, met o.a. het vertrek van de Tommy’s en de zomerfeesten met historische optocht.

Treesje was 18 toen de oorlog uitbrak. Ze was de op een na jongste uit een gezin van 9 kinderen van Schilder Hofstee getrouwd met Antje Brok. Zijn schildersbedrijf was gevestigd in het hoekpand op de Koppelsbrink (toen Weerselosche straat), de woning gelegen op de “kop” van het eilandje dat gevormd wordt door een weg rechts langs Hooman Koloniale waren en een weg links waar de ingang van de schilderswerkplaats was tegenover de ingang naar de Mariakapel. Een uitvoeriger levensschets van Treesje is reeds verschenen in de eerdergenoemde publicatie van april 2020.

9 of 10 mei 1945(1)

Dagen rijgen zich aaneen, dagen van waanzinnige vreugde, maar ook tevens dagen van dieper smart van dieper lijden voor hen, die zich nu meer dan in deze 5 jaren van leed, zich alleen voelen staan. Zich alleen weten met hun pijn hun verdriet hun opnieuw open gereten wonden. Hoe hoger de vreugde stijgt, hoe dieper het leed vlijmscherp de zielen doorwond. Help hen dragen Zonder klagen.
Jezus laten ze U vinden in hun lijden, geef ook hun de kracht die Gij mij zoo dikwijls geschonken hebt, wanneer ik het tot stikkens toe verlangen niet meester kon blijven, wanneer ik me dan wierp aan U kruis en opgetild werd door Uw lijden. O God wat ben ik blij met U.
De Vr dag(2) ben ik met Marietje Spkr.(3) Anne(4) en Mar. Meulem(5) naar een klein gezellig feestje geweest. We deden het om Marietje Spekr. die daar werkt. Ik was op straat en had me er helemaal niet voor gekleed ik wilde naar een optocht kijken. Zoo van de straat ging ik mee. Eerst was er niets aan. Later werd het gezellig. Op een onverwachts moment werd ik uit m’n stoel op gewipt en moest ik zingen “Home on the range”. Allen luisterden, ik deed m’n best. Het applaus bleef niet uit. Tegen 1/2 10 sloop ik stilletjes weg daar ik wist dat Ken en Harry bij ons waren. Ik wist zeker dat Ken zat te wachten. Ken die zoo doodgoedig is, soms echt nog een jongen. Die al maar zegt dat ik op z’n vrouw lijk. Harry de geweldige pianist, enorm zooals die spelen kan.(6)

12 Mei

We zijn wezen wandelen met een heel stel, ik heb veel met Harry gepraat. ’t Was een fijne wandeling.

12 Mei

Een wandeling door de Deldensche bossen. Harry, Ken, de dikke Hector en Sjors(7), Hendrik, Wim(8) Anne, Marie(9) , Marietje(10) en ik. Ken had een stijve nek. Harry was dol van vreugde dat ie naar huis ging. Ze waren dan ook goed bezig Harry en Jack (de dikke). Alle gekke dingen deden ze of drongen ze mij te doen. De natuur was mooi, ik genoot er van, ik genoot van m’n jeugd van de uitgelaten vreugde van Harry.

Soms denk ik wel, zooals ik omga met Ken en Harry is zoo heerlijk. Niemand zal er iets van denken. Ze zijn getrouwd en daarom niet zoo gauw verliefd. Je kan zoo heerlijk, spontaan met hun praten zoo jovel stoeien. Zoo echt je zonnige jeugd uitvieren zonder bang te zijn, zal ik verliefd worden of hun. Ze praten ze stoeien en lachen met je me maar daarbij vergeten ze niet dat hun thuis hun vrouw en kind wachten. Ze weten wat ze doen. Je weet ook zelf je heerlijke plicht.. Geven wat je geven kunt, maak hun het soldaten leven licht trek ze onweerstaanbaar tot je in eerlijke genegenheid en vriendschap om ze zoo op het goede pad te houden. Geef hun huiselijkheid en warmte, help ze op hun weg van trouw. Geef Jezus, dat door de lach dien Gij me gaf ik veel goeds kan en mag doen. Laat me hem niet misbruiken, richt Gij mijn oogen. Laat ze en afstraling zijn van Uwe reinheid. Behoud me boven alles Rein en zuiver.. “Laat me staan in de zonneglans van Uw reinheid”. Richt mijn leven, geef mij een edelmoedig fijn karakter, zegen het.

17 Mei

Harry zou gisterenmorgen met verlof zijn gegaan doch ’s avonds kwam hij plotseling aan de bel. Hij vroeg om een tafelkleed er was feest in de school. Hij beloofde tusschen 10 en 11 terug te komen om nog even afscheid te nemen. Hij kwam echter niet. Toen ik goed en wel in bed lag stopte er een auto en werd er gebeld. Ik hoorde dat Harry er was. Marie(11) kwam boven en vertelde dat Harry iets te veel gedronken had. Ik werd erg ongerust, ik schoot m’n jas aan en ging naar beneden. Daar zat Harry op een stoel te praten. Ik zag onmiddellijk aan z’n oogen dat ie niet goed was. Het was moeilijk om Harry thans te overtuigen dat ik ditmaal geen gekheid maakte maar in ernst aan hem vroeg loopend naar school te gaan. Ken te wekken en samen hier te komen om de auto te halen. Doch Harry lachte en zei, I am not drunk only a little bit tipsy. Hij zei dat ie goed kon rijden en dat ie naar Almelo ook nog moest.
Toen ik Harry daar zoo zag zitten, niet geheel zuiver, toen ik dacht aan z’n teleurstelling dat hij nu weer zooveel later bij z’n vrouw en kind kwam, kreeg ik diep, diep medelijden. Tranen sprongen in m’n oogen. Wat voor leven hebben deze mannen, deze vaders. Ze denken te gaan naar vrouw en kind en het word maar uitgesteld, ze leven in een vreemd land, vreemde menschen, vreemde taal, niets wat het hunne gelijk is. Oorlog, “oorlog” waar ben je dan toch goed voor. Jij vernietigd stad en dorp wist gehele plaatsen weg van de aarde, laat duizenden in angsten leven, verscheurd gezinnen, rukt liefdevolle vaders weg maakt vele verloofden ontrouw brengt ellende en moedeloosheid, verzwelgt zooveel moois van de natuur, maar boven alles ontneemt de aarde bij duizendtallen de Kroon van Gods’ Scheppingswerk “Den Mensch”, die naar Zijn Beeld en gelijkenis is geschapen. Neen wij weten niet, maar God laat toe, Hij weet en “God is liefde”.
Na een poosje ging Harry dan toch weg, was ik een jongen geweest ik had hem niet alleen laten gaan. Het was reeds lang middernacht, toen hij voor de zooveelste maal afscheid nam buiten in de stikdonkere nacht. Hij zei, dat hij ons eerst had moeten zien voor hij de volgende ochtend vertrok. Hij vroeg ons hem te willen vergeven. Hij vroeg mij toen hij m’n handen vasthield, “Ben je uit je bed gekomen voor mij? Ik zei ja, doch voegde er bij, maar Harry dat is immers niets”. Hij drukte me dankbaar de hand en beloofde me voor deze nacht een verrassing mee te brengen uit Londen. Voorzichtig draaide hij met z’n wagen. “Harry, take car, not for us but for your wive and baby”. Deze waarschuwing gaf ik hem mee, daarna verdween ie vlug in de donkere nacht. God bescherme je Harry.

20 Mei 45

Loeki’s verjaardag(12) Gisterenmiddag ben ik naar Bornerbroek geweest. Vrijdagavond was Wim(13) hier. Hij wilde graag m’n werkkamer zien, zoodoende vroeg ik hem die avond boven te komen daar m’n domein er erg Christelijk uitzag. Ik was naar ik meen juist met m’n dagboek bezig. We bekeken een en ander daarna werd ons gesprek ernstig. Wim schreef enkele regels in m’n boekje(14)

22 Mei ’45

Hoera Ken kwam reeds vroeg in de avond, m’n vreugde was enorm doch deze werd weldra weggenomen. Ken had nieuws, ja inderdaad nieuws. Ken ging vertrekken terug naar Nijmegen. Ja hoe kon het ook anders, wanneer de vriendschap hecht is wanneer je na 6 of 7 lange weken elkander kent en waardeerd, als je juist echt geniet van vriendschap die pas verworven is, dan slaat het uur van scheiden. Ik vond het erg naar. Harry en Ken weg. Wat zal het stil zijn na jullie vertrek. Geen geplay meer, rust, te rustig. “You love to veal”. Ja bleven jullie maar, ik hou van jullie beiden zooals ik houden kan en mag van vrienden. Ik verlang naar Engeland, ik weet dat daar mijn dagen zijn voor 100%(15).

30 Mei ’45

‘t Is bijna donker, toch tracht ik iets te schrijven. Iets en toch zooveel. ’n Kleine wandeling, witte bloemen met ’n diep donker hart, bloedrood de avondlucht. Ze schiepen in mij het geluk. I love. Ja bemin ik iemand? Ik weet het niet. Jubelend, geestdriftig roep ik uit. I love my work. O grootsche schepping wat ga ik in U op vooral de laatste weken. Ik ben zoo gelukkig. Jou te beminnen, jou te bezitten in de macht mijner handen, hoe ver, hoe hoog, hoe lang nog? Jezus help mij, niet voor de roem, doch enkel voor het geluk, voor de kracht der schepping. Jezus schenk ze mij en ik zal nooit geheel ongelukkig zijn. Jezus laat me indien het mogelijk is niet blind worden. Spaar m’n oogen, laat me werken. Doch niet mijn Wil maar de Uwe geschiede. Credo.

1 Juli ’45(16)

Gisterenavond kwam Harry lopend van Almelo naar ons toe. Hij was terug gekomen van Engeland en was erg moe.

Afb. 02: Fragment brief Kapt. Mason Uit Kopenhagen

Zondagavond 3 Juli ’45(17)

Ik ben vreselijk vervelend en dat nog terwijl de zon schijnt, de lucht iets paars is en de vogels heerlijk fluiten. Het zit echter hierin (ik hoop dat de rust komt terwijl ik schrijf) Kapt. Mason(18) zou komen ook Jack (dikke) was van plan te komen. Ik vertelde Jack dat, doch hij zei daarom wel te komen. Ik ging daarom naar Kapt. Mason. Ik klop, ik open de eerste kamerdeur. De tweede deur stond open en ik zag een heerlijk tafereeltje. Een hoge donker gekleurde kamer, vol gouden zonlicht, hier daverend scherp daar een schaduw werpend doch het geheel warm aandoende (avondzon). Zachte muziek vulde de kamer. Heerlijk lui met uitgestrekte benen het hoofd (rechts beschenen door de zon, links de schaduw zijde half luisterend op geheven zat Mason intens te luisteren naar de muziek. ’t Was of er iets versprong in me. Ik voelde het geluk, de vrede de intense rust als iets tastbaars hier aanwezig. Graag had ik eenige oogenblikken onopgemerkt toegekeken, helaas een vriendelijk glimlach verhelderde zijn gelaat. Hij heette me welkom en maakte me het gemakkelijk ik nam tegenover hem plaats. Hij maakte een koele drank voor me klaar en machtig genoot ik van deze omgeving. Zon, bloemen muziek in rust.

Zoo als altijd geniet ik enorm van de oogenblikken met hem. Misschien denken velen verkeerd/ ik kan het niet helpen evenmin deert het mij. Ik beschouw hem als een vriend, hij mij ook en tevens als een welkome afwisseling in z’n soldatenbestaan. Hij is altijd correct en netjes, hij begrijpt veel, hij verteld veel evenals ik veel verteld heb. Hij gaat op in m’n werk, hij begrijpt mijn liefde voor m’n werk en dit waardeer ik in hem. Soms als ik vol geestdrift hem beschrijf wat m’n oogen die dag zagen dan glimlacht ie, luistert en geniet mee. Ja kapt. Mason ik geniet van de uuren met U. Mogen er nog velen komen. Goeden nacht.

4 Juni

Anton’s moeder jarig. A’dam(19)

5 Juni

Tonny jarig(20) ’s Avonds extra drie Weesgegroetjes voor hem gebeden dat Maria hem moge bewaren. Maandagavond is kapt. Mason gekomen. ±7.45 kwam ie met z’n wagen.
22 Juni Vanmorgen 8 uur stond Harry reeds voor de deur, rugzak op z’n nek. Vlug opende ik en onder een vrolijke lach gaf ie me de hand. Ik kreeg van Ken een leuke brief van Ken’s vrouw een bloemenboekje(21) en van z’n chef 16 andere bloemenboekjes. Ik moest daarom terug schrijven naar z’n dochter wat ik inmiddels gedaan heb (een Engelse correspondentie).

Afb. 03: Fragment brief Ken uit Londen

23 juni

Een lange tocht gemaakt op de fiets. Een heel stel. Loek(22) was ook mee, we hebben enorm gelachen om hem, hij kon pas fietsen. Harry genoot echt. Hij fietste de hele middag bij me. Het was een prachtige warme dag. Zonder zijn weten werd Harry gekiekt toen. Hij speelde kwajongensachtig in een klein stroompje.

20 Juli

Een zondagmorgen. Deze week een nieuwe vriend Kenned Mac donald. 27 jr. groot lang knap, z’n haar is veel grijs in. Heeft het ergst gevochten bij Delden. Lieve dierbare Eddy, in de dagen dat ik werkte, toen ik schilderde en ontevreden was dat jullie niet kwamen, toen alles me koud liet toen ik zat op m’n kamer in de voorjaar’s zonnestralen en mijn hand langzaam maar zeker voltrok het werk der schoonheid, heb jij daar gevochten, gewerkt, geploeterd en geleden. Eddy voor jou wil ik ook bidden. God bescherm hem, die U aanbid gelijk ik zelf.

22 Juli Heerlijke dansmuziek, ik vlucht naar boven, een hevig verlangen stijgt in me op, een heimwee naar iets of iemand, naar Liefde? Ik weet het niet. “You think at every think” zeggen de Tommy’s altijd tegen me, wat zou ik graag denken aan datgene wat ik verlang te bezitten, maar ik weet niet wat? Jezus zegen mij.

22 Juli

Heerlijke dansmuziek, ik vlucht naar boven, een hevig verlangen stijgt in me op, een heimwee naar iets of iemand, naar Liefde? Ik weet het niet. “You think at every think” zeggen de Tommy’s altijd tegen me, wat zou ik graag denken aan datgene wat ik verlang te bezitten, maar ik weet niet wat? Jezus zegen mij.

23 Juli

’t Lijkt wel of ik tegenwoordig steeds somber ben. Ik weet dat ik verlang naar omringende tedere Liefde, naar iemand, die me dat zal kunnen geven. Ik verlang naar m’n werk, naar school, naar jeugd, naar schepping, naar zon, naar alles wat me blij kan maken. Naar die mooie zonsondergang van de afgel. week. Als ik denk aan die kleuren, dien gloed, die ieder moment wisselende vormen. Als ik nog staar in dat verblindende licht, dan word ik klein heel klein en …. verdrietig, verlangend. Dan voel ik m’n onmacht, het niet kunnen, terwijl je toch dat alles ziet. Jezus help me, verlicht me, leer me, laat me komen op die academie. Allen die ik liefheb, bewust of onbewust, “goeden nacht”

Afb. 04: Aquarel van Treesje; zicht vanuit haar kamer, Brink en Oude Toren

7 aug

Afgelopen week 3 neomisten ingehaald. Alleen de laatste Peter Zoetebier(23) gezien. Ruim 7 uur stond ik aan de kerk in afwachting. Na even geduld te hebben gehad, kwam de St. Stephanus harmonie aan spelen. Een macht toeschouwers. De zon schonk haar gouden avondstralen en deed de trompetten blinken, verhelderde de roodgeblazen hoofden. De harm. speelde prachtig en koud, ijskoud werd ik toen het steeds dichter naderde. Stil ontroerd zag ik toe hoe de jonge priester gelukkig lachend z’n Bornsche dorpsgenoten voor ’t eerst weer groette vanuit z’n open landouwer. Blij knikkend en wuifend tegen allen die hem verwelkomden. Diep drong alles tot me door. Het muziek, de mensen de zonnestralen die alles maakte goud en warm(24) .
Ik ben zoo blij zoo onnoemelijk blij en ook verdrietig. Ik mag naar de academie toe. Ik mag van thuis Vader wil grootendeels voor me betalen. Ik zou een ieder kunnen aanvliegen, kunnen toeschreeuwen “ik mag”. Och, lieve Jezus laat me slagen voor die school en stuur me iemand voor moeder laat Moe niet alleen moeten werken dan noch heb ik niet zoo veel plezier er in. O Jezus zegen m’n verlangen en wend alles zoo dat het in orde komt vooral voor moe(25).

10 Aug

Donker, somber koud weer. De avond is grauw en winderig. Ik trek m’n regenjas aan en – vlieg er eens uit. Ja helemaal er uit. Hú ik ril ’t is koud en knoop daarom mijn jas dicht. De wind vangt me op aan het begin v. d. rondweg. Hij grijpt m’n jas m’n haren. Suist langs m’n ooren. M’n handen diep in m’n zakken hoofd omhoog begin ik het spel met de wind. Ik denk, ik praat ik voel me heerlijk licht worden, ik geniet de wind tilt me uit de beslommeringen v. het leven. Ik voel me blij en licht gelijk m’n spelende makker. Ik spreek met hem. “Kom wind neem m’n haren, streel m’n wangen vat m’n jas. Wind suis maar langs m’n ooren. Die steeds terugkeerende zelfde tonen, ’n melodie die ik verstaan kan omdat ik ook vlieg, licht springend op m’n voeten. Windje hoog kijk ik, ik sluit half m’n oogen bijna zie ik niets meer van de aarde, geen boom niets, niets, niets, dan het eindeloos grijze grauwe wolkendek, met voortvliegende wolken.
Ik spreek met God, ik loop steeds door. O Jezus, ik ben zoo blij, ik ben zoo licht. Een lange rechte weg ligt voor me, laat ook mijn levensweg zoo zijn. Stil sta ik plots en kijk om, zie een bocht, ja Jezus het leven van mij luid een nieuw tijdperk in, een bocht ligt achter me, …. voor me één lange rechte weg. Laat Jezus, deze weg aan het eind voor mij verbergen een algeheel rein leven. Laat me goed zijn, een kleine afstraling van Uw Goddelijke goedheid. Nu sluit ik niet meer half m’n oogen maar zie naar de bomen, zie de bloemen, de lucht de weg het water. Alles even grauw en donker, er is geen zon, geen avondrood, gek, steeds blijer ben ik, steeds lichter, ja uitgelaten word ik. O God ik ben zoo blij laat me zoo nog een poosje leven, blij en licht – geen zorgen, geen liefde, geen leed of pijn veroorzakend, gebruik me om zon te brengen in eenzame stilte of dorre levens geen zielesmart, God geef mij een edel rein karakter, bewust werkend aan het geluk van moeilijke levens. Laat me zijn een zon, verwarmend beschermend, koesterend maar boven alles kleur en warmte geven aan wat dor en zonloos is.

18-8-45

Ben somber en niet somber. ‘k Heb nergens idee in, ‘k weet zelf niet wat ik zou willen, ‘k ben verlangloos, daar komt Wim Westerik, nu zal ik naar beneden moeten. ‘k weet toch niet wat ik schrijven moet.

27 Aug. ’45

Hoe druk ik ook ben even wil ik m’n werk onderbreken. Leven reeds weken in een feestroes. Voor m’n oogen zijn de jongens druk aan het werk voor een burcht(26) , alle meisjes maken slingers bij Mol(27) . Jong en oud, arm en rijk is één in onze veelsoortige milieu buurt. Allen zijn uitgelaten, de burcht is al een goed eind klaar palen zijn reeds geverfd, netzoo ook ik moet telkens hardop lachen lange rijen oude mannetjes en ook jongeren die niet goed kunnen helpen aan burcht of wagen loopen telkens af en aan met de lange slingers gemaakt groen. ’t Is koddig om te zien enorm ik voel me zoo baldadig zou Tonny(28) ook nog onze versiering zien

Afb. 05: De Brinkstraatburcht. Links 2e rij, met witte bloes, Treesje Hofstee
Afb. 06: De Brinkstraatburcht gezien vanuit de Marktstraat

6 Sept.

Vaders verjaardag, schreef een brief naar Anton A’dam, niet Nitert een stukje daaruit.(29)
30 Aug. 45 Somber is de hele dag, aanhoudende regenbuien. Doornat kwam ik thuis van de kinderfeesten(30).

11 Oct

In meer dan een maand heb ik niet geschreven. Ik heb er ook geen tijd meer voor en heel dikwijls heb ik geen idee. Het laatste keer dat ik schreef was bij avondlicht even voor het vallen van de duisternis. Na ’n korte wandeling, he dan kan je zoo heerlijk pennen, zoo vlug en losjes komen de regels vol te staan, dan ben je onder den invloed nog van de zoo juist geziene schoonheid. Nu schrijf ik bij lamplicht, de bureaulamp geeft niets geen schoonheid te zien, ’t is alles effen je komt niet meer onder den invloed van het avondlicht. Als je dan naar buiten ziet als de kerktoren aan een kant nog door de zon beschenen word als de lucht door de laatste stralen der ondergaande zon nog word verlicht in purper rood en violet dan word je ziel ontroerd en kun je schrijven zonder moeite. Je geniet omdat je iets weergeeft wat je ziet.

Afb. 07: Bewoners van de Koppelsbrink met hun praalwagen

Jammer dat ik de bevrijdingsfeesten niet heb beschreven ik wil proberen wat ik er van weet. ‘s Woensdag 29 Aug. was er een kinderfeest. ’n Druilerig regen de hele middag, kletsnat kwam ik thuis daar ik geholpen had met Jo. V. Dijk(31) . Vlug eeten en ’n andere jas toen naar buiten opnieuw de regen in. Er zou een huldiging plaats vinden van de oorlogslachtoffers uit Borne. Alle vereenigingen en buurten trokken naar de rondweg.(32)

Afb. 08: Gedeelde 1ste prijs voor de praalwagen van de Koppelsbrink
Afb. 09: De optocht ging ook via de Rondweg. Op de voorgrond de Bornsche Harmonie

Hier eindigt het dagboekje met 5 lege bladzijden. Op de allerlaatste bladzijde staat het gezang:

Toekomst?!!!

Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heeren hand;
moedig sla ik dus de oogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalmen moed.

Heer, ik wil Uw Liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft gelooven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij Uw wegen duister
zie, ik vraag U niet: Waarom?
Eenmaal zie ik al Uw luister,
als ik in Uw hemel kom.

Laat mij niet mijn lot beslissen;
zoo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
als gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand’len
dat alleen den weg niet vindt;
Neem mijn hand in Uwe handen
en geleid mij als een kind.

Verantwoording transcriptie

Het dagboekje is zo exact mogelijk overgezet. Daarbij ie er niets veranderd aan de interpunctie en de oude spelling. Ook spelfouten zijn niet verbeterd omdat ze nergens het begrip in de weg staan. Wel zijn er bij de overzetting regels wit ingevoegd. In het dagboekje is de tekst volledig aan elkaar geschreven. Dit handhaven zou de lezing niet ten goede komen.

Naschrift

In de lade van haar linnenkast bewaarde mijn moeder een mooi doosje met kostbaarheden. Heel soms mocht ik daar als kind in kijken, onder haar toezicht. Dan zag ik een klein, groen boekje met een mooi, maar voor mij onleesbaar handschrift. Daar bovenop lagen een paar kleine, vergeelde enveloppen. De brieven daarin werden door mijn moeder voorzichtig opengevouwen. Ze waren al zo vaak gelezen en inmiddels fragiel. Mijn moeder vertelde, “die is van Ken en die van Charly en deze is van Captain Mason. Ze hebben mij na de oorlog nog geschreven… ”. Ik kon ze niet lezen, de taal was vreemd. “Later, als je groot bent”, zei mijn moeder, “dan kun je alles lezen en dan zul je het begrijpen”. Dat is gebeurd inmiddels, dat lezen en begrijpen, nu, zo ontzettend veel jaren later. Nu, nu ze er niet meer is, maar via haar dagboekje ook zo ontzettend veel wel.

Dank

Graag bedank ik hier mevrouw Van Harten voor haar aanvulling op Het dagboek van Treesje Hofstee 1. Zij kon mij meedelen dat de afkorting P.P.P., die mij onbekend was (zie noot 2 aldaar), staat voor Pugna Pro Patria, in vertaling: Ik vecht voor mijn vaderland.

Noten

  1. Het dagboekje geeft hier geen datum maar de notitie is na middernacht 8 mei en voor vrijdag 11 mei gemaakt.
  2. Dit zal dan vrijdag 11 mei zijn geweest.
  3. Marietje Spekreis, buurmeisje en jarenlange vriendin
  4. Een na oudste zus (zie ook foto van de zussen in Dagboek van Treesje Hofstee 2)
  5. Onbekend
  6. Ken en Harry zijn twee Tommy’s van het 4e bataljon van het Dorset regiment die rond half april bij de familie Hofstee over de vloer komen. Treesje heeft al veel over hen geschreven. Zie daarvoor Dagboek Van Treesje Hofstee 2.
  7. Tommy’s
  8. Oudste en jongste broer (zie ook foto van de broers in Dagboek Treesje Hofstee 2)
  9. Twee oudste zussen (zie ook foto van de zussen in Dagboek van Treesje Hofstee 2)
  10. Marietje Spekreis, zie noot 3
  11. Oudste zus, zie ook noot 9
  12. Loeki Emmerik, het jongste van de 3 kinderen die Treesje in de hongerwinter uit Amsterdam ophaalt en die tot de bevrijding bij de familie Hofstee verblijft . (Zie ook Het dagboek van Treesje Hofstee 2, noot 13)
  13. Wim Westerik. Een goede vriend over wie ze ook al eerder geschreven heeft. Zie Het dagboek van Treesje Hofstee 2, onder 26 april.
  14. Op deze plaats volgt een lange overpeinzing over de liefde. Omdat dit erg persoonlijk is en buiten het kader valt van verslag van de gebeurtenissen rond de bevrijding, is het hier weggelaten.
  15. Hier staat in een ander handschrift, vermoedelijk dat van Ken zelf, zijn adres geschreven: Ken Edmondson etc. Kent, England.
  16. Vermoedelijk een verschrijving en moet hier juni staan. De tekst, het handschrift loopt zonder bijzonderheden gewoon door.
  17. Ook hier vermoedelijk dezelfde verschrijving en wordt juni bedoeld. Op de jaarkalender van 1945 is 3 juni een zondag, niet 3 juli.
  18. Captain G.W. Mason. Hij stuurt op 8 augustus ’45 vanuit Kopenhagen een brief naar Treesje . Zie foto 3
  19. Moeder van de 3 kinderen Emmerik die tijdens de hongerwinter in Borne werden opgevangen. ( Zie noot 12)
  20. Anton Emmerik, de oudste zoon van de familie Emmerik, die na zijn verblijf in Borne op D-day terug was gegaan naar Amsterdam. Zie ook Dagboek van Treesje Hofstee 2 , noot 13.
  21. Dit bloemenboekje is altijd bewaard gebleven. Met Ken en zijn vrouw Margaret heeft Treesje nog lange tijd gecorrespondeerd. Zie ook foto 2
  22. Zie noot 12
  23. Johannes Hermanus Zoetebier, zoon van een visser uit Vollenhoven. Op dertienjarige leeftijd verhuist hij naar Borne, waar hij en zijn ouders bij Spanjaard gaan werken. Twintig jaar oud begint hij aan een priesteropleiding in Kaatsheuvel. Op 25 juli 1945 wordt hij tot priester gewijd. Hij werkt vervolgens vele jaren als missionaris op Borneo. In 1980 komt hij terug en wordt pastoor van de Stephanusparochie in Hertme. Daar overlijdt hij in 1984.
  24. Hier volgt een brief in ander handschrift gedateerd 9 juli. Treesje is kennelijk een week in A’dam geweest en de schrijver, vermoedelijk Anton Emmerik, maakt bekend dat ze niet voor elkaar geschikt zijn maar voor altijd vrienden blijven. En zo geschiedde.
  25. Treesje mag naar de kunstacademie. Ze is daar echter nooit geweest. De reden is onbekend. Misschien heeft ze het toelatingsexamen niet gehaald. Misschien ook zijn gebeurtenissen in haar leven, ze krijgt kort na de oorlog verkering met haar toekomstige echtgenoot, Anton Nitert, daar debet aan.
  26. Op 31 augustus wordt de verjaardag van koningin Wilhelmina groots gevierd met een historisch-allegorische optocht. Heel Borne doet mee Op de Koppelsbrink verschijnt een burcht, er wordt een praalwagen opgetooid en langs de huizen worden groenslingers opgehangen. “Zoo trok dan deze optocht door alle versierde straten, prachtige bogen en eerepoorten, langs mooie gevelversieringen. Het was één groen en bloemen overal. Was de Brinkstraatburcht een originele vondst ….” Uit: Bornse Courant van 8 september
  27. Café Mol, de buren, op het “eilandje” van de Koppelsbrink. Zie ook Het dagboek van Treesje Hofstee 1, noot 8.
  28. Niet duidelijk wie hier bedoeld wordt.
  29. Weergave inhoud van deze brief weggelaten. De tekst komt grotendeels overeen met wat ze bij 10 augustus heeft geschreven.
  30. “Het kinderfeest viel letterlijk in het water; het was jammer dat de kinderen, die zich zooveel van het feest hadden voorgesteld, nu de dupe werden van de vele regenbuitjes. Niettemin, de tractaties, de draaimolen en de poppenkast vonden gretig aftrek; de spelen werden zo goed als het ging nog een beetje gehouden; het natte gras was een grote handicap. Uit: Bornsche Courant van 8 September
  31. Vriendin
  32. De datum is hier enigszins verwarrend. “De bevrijdingsfeesten en Oranjefeesten (…) werden ingeluid met een kerkconcert op woensdag 29 augustus 1945. Donderdagochtend vond in de R.K. Kerken een plechtige Mis van Requiem plaats. ’s Middags was er een groot kinderfeest op de wei bij de Welemansbrug. Vrijdag werd er een grote optocht gehouden.” Uit: In Verdrukking, Verzet en Vrijheid. H. Noordhuis, Drs. G.P. Ter Braak en Drs. M.F.S. Kienhuis. Hengelo 1990

GEVRAAGD

Boeken over Borne en omgeving

Ben zeer geïnteresseerd in het verleden van Borne, de cultuur, de bijzonderheden. Ook over de geschiedenis van Twente wil ik graag meer weten.
Misschien heeft u thuis boeken staan die u niet meer nodig heeft en die ik van u mag overnemen tegen vergoeding. U zou mij daar heel blij mee maken.
Mijn telefoonnummer is op te vragen via de redactie: boornenboerschop@ziggo.nl

Antoinette Nitert

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2022-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)