Auteur: Hans Nijhof
Het voormalig Zuiderzee-eiland Schokland was één van de armste gebieden in Nederland. Rond 1700 was het eiland al zo klein geworden dat voor akkerbouw geen plaats meer was. Ook met de veeteelt en met de visserij ging het in de loop der tijd steeds slechter. Pogingen om de Schokkers middels de katoenweverij werk en dus loon te bieden hadden vanwege grote concurrentie geen succes. De bevolking werd steeds meer afhankelijk van financiële steun van buitenaf.
Onderwijzer Arnoldus Legebeke en de pastoor van Schokland kwamen in 1859 samen tot de conclusie dat de toestand onhoudbaar was geworden. Zij stelden voor om het eiland te ontruimen en dat gebeurde nadat de Schokkers akkoord gingen met een schadeloosstelling. Ze verlieten hun Schokland in de zomer van 1859.
Vertrek naar elders
Een groot deel van de Schokkers trok naar Vollenhove, de enige plaats waar ze min of meer met open armen werden ontvangen. Andere gezinnen verhuisden naar Urk, Volendam, Edam, Amsterdam of gingen werken in de textielindustrie in Twente.
Op de website van de Schokkervereniging lezen we dat het verlaten eiland altijd is blijven leven in de harten van de nazaten van de oorspronkelijke Schokkers om vervolgens met stelligheid te vermelden: ‘Hebt u voorouders met de familienaam Bape, Bien, Corjanus, Diender, Grootjen, Klappe, Kluessien, Koridon, Ruiten, Sul of Toeter, dan bent ook U van Schokker komaf!’
Naar Borne
Door bemiddeling van de plaatselijke pastoor verhuisden er in de dertiger jaren van de vorige eeuw ook families vanuit Vollenhove naar Borne. Hier vond men werk en dat was bijna vanzelfsprekend bij de firma Spanjaard.
Dat er in april 1945 enkele advertenties in de Bornse Courant verschenen met vermelding van de naam Klappe en waarin ook de arbeiders van Spanjaard worden genoemd, is op zich dan ook niet zo bijzonder, het waarom van de advertenties had echter een opmerkelijke tragische aanleiding.
Klappe
Dirk Klappe werd in 1854 op Schokland geboren, en maakte de verhuizing dus mee. Hij trouwde met Eva Kwakman uit Vollenhove. Zij kregen een zoon, Wilhelmus, die gewoon Willem werd genoemd. Willem trouwde in 1927 in Zwolle met Maria Klein Heerenbrink en na hun huwelijk gingen zij in Borne wonen waar Willem werk vond bij Spanjaard.
Een noodlottig ongeval
In het plaatsje Kilder, vlakbij Doetinchem, stond een vestiging van Spanjaard. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Willem Klappe daar tewerkgesteld, samen met zijn collega Pieter Martinus de Man.
Op 31 maart 1945 bevonden Klappe en de Man zich in Ruurlo, ongeveer 30 km. vanaf Kilder. Op dat moment trokken de geallieerde soldaten het dorp binnen. Wat er precies gebeurd is op die dag is nooit duidelijk geworden.
Tijdens de bevrijdingsactie sneuvelden vier Britse soldaten toen hun tank werd beschoten door Duitsers en kwamen enkele inwoners van Ruurlo om het leven. Van W. Klappe en P. de Man werd gemeld dat ze rond 12 uur ‘s middags stierven door een noodlottig ongeval. De daaropvolgende dag, eerste Paasdag, was Ruurlo bevrijd.
Willem Klappe kon pas bijna vier weken na zijn overlijden worden begraven.
Bron: ‘De Schokkervereniging’, Bruno Klappe
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2022-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)