Boorn & Boerschop 2021-02: De ‘vergeten’ textielfabriek van Borne

geplaatst in: Boorn & Boerschop, Publicatie | 0

Auteur: Bertie Velthuis

Enschede heeft het van Heekplein en van Heekpark. Borne heeft haar van Heekgaarde. De naam van Heek is sterk verbonden met Enschede. Bij het noemen van de naam van Heek denk je niet direct aan Borne. Immers: Wie 50 jaar geleden, maar ook nu nog wel nog wel Borne zei, zei Spanjaard (en andersom). In Borne kennen we de Spanjaardswijk en de Spanjaardshof. Bijna geen dorp werd zo sterk gedomineerd door één fabrikant als Borne en wel door de N.V. Stoomspinnerijen en weverijen v/h S.J Spanjaard. Waar in ander textielsteden meerdere bedrijven “groot” waren zoals in Oldenzaal Gelderman en Molkenboer, in Almelo ten Cate, Palthe en Scholten en in Enschede van Heek, Jannink en ter Kuile was er in Borne maar één fabrikant: Spanjaard. Maar schijn bedriegt. In Borne bestond nog een tweede textielbedrijf . Weliswaar een veel kleinere textielfabriek, te weten, hoe toepasselijk: “Textielfabriek Borne”. Het bedrijf stond aan de Wensinkstraat 1, juist achter bakker Koehorst, eerder bakker Kuipers (Rugg’nbakker”) thans bakkerij Nollen. Textielfabriek Borne was een dochter van de Koninklijke Textielfabrieken Gebroeders van Heek. In de Textielfabriek Borne werd in eerste instantie met name kunstzijde vervaardigd. Vanaf de 60 er jaren bestond de productie vooral uit corduroy en fluweel, samen te vatten als Fustiandoek (zwaar geweven doek van katoen)

De oorsprong van het bedrijf

Het bedrijf aan de Wensinkstraat vond zijn oorsprong in de Hengelose Bontweverij Hulshoff Pol te Hengelo. Dit bedrijf werd in 1870 gesticht door de gebroeders Hendrik Willem Hulshoff Pol.

Afb. 01: A. Hulshoff-Pol

Zij waren ook oprichters van de Hollandsche Wolweverij en Ververij. Het bedrijf vervaardigde bontgekleurde katoenen, linnen en zijden doek en andere manufacturen. Het bedrijf was gevestigd aan de Beukweg nabij de Bornsestraat. In 1900 waren er bij de Bontweverij Hengelo 684 arbeiders in dienst. In 1907 waren dit er 729. Een behoorlijk groot bedrijf dus. In 1913 werd er door A. Hulshoff Pol, een zoon van een van de directeuren, een fabriek, ook een bontweverij, in Borne opgericht. De nieuwe vestiging was waarschijnlijk noodzakelijk als vergroting het totale bedrijf. Het nieuwe bedrijf was een weverij. Twee jaar eerder werd ook al de weverij van het bedrijf in Hengelo met een ververij uitgebreid. Ook was het bedrijf in Hengelo verwikkeld in een juridische procedure omtrent de door de gemeente Hengelo vereiste verhoging van de schoorsteen. Die overigens niet doorging omdat het bedrijf met elektromotoren ging werken. In Borne is nimmer sprake geweest van een fabrieksschoorsteen. Waarschijnlijk is hier vanaf het begin met elektromotoren gewerkt. Het gehele bedrijf, de hoofdvestiging in Hengelo en de nevenvestiging te Borne, werd in oktober 1933 geliquideerd. De reden hiervan was dat er in de voorgaande jaren grote verliezen waren geleden in Brits- en Nederlands-Indië. Een sluitende exploitatie was niet mogelijk. De wereldwijde economische crisis van de 30-er jaren en de moordende Japanse concurrentie in Nederlands-Indië maakte dit onmogelijk. De arbeiders werden 14 dagen en de beambten 3 maanden later, na de liquidatie ontslagen. Er waren toen nog “slechts” 280 mensen bij het bedrijf in dienst. Hoeveel dit er in Borne waren is niet bekend. De villa “de Willemsbraoke” gelegen aan de Enschedesestraat 309 te Hengelo, eigendom van de heer A.H. Hulshoff Pol werd in mei 1934 geveild.

In handen van de Koninklijke Textielfabrieken Gebroeders van Heek

De fabriek werd opgekocht door Koninklijke Textielfabrieken Gebroeders van Heek te Enschede Ook het personeel trad in haar dienst. Twee broers van Heek, N.G en G.J.P. en drie zonen van N.G. van Heek, Hems, Nico en Wim van Heek, directeuren van de textielfabriek te Enschede en G.J. Poerink richtten op 13 juli 1934 de Naamlooze Vennootschap Textielfabriek Borne op.

Afb. 02: N.G. van Heek, geb. 2-1-1875 en overl. 27-1-1942. In 1934 was hij mede-oprichter van Textielfabriek Borne
Afb. 03: De gebroeders Nico, Hems en Wim, zonen van N.G. van Heek. In 1934 mede-oprichters van Textielfabriek Borne. (Foto uit 1951)

Waarom G.J. Poerink, naast de heren van Heek, hieraan ook deelnam en wie hij was is niet duidelijk. Wel bleek hij later commissaris bij het nieuwe bedrijf. Deze van Heeks moeten niet worden niet verward met de familie van Heek, die eigenaren waren van de firma van Heek en Co (de grote van Heek). De opkomst van kunstzijde was de belangrijkste reden van de aankoop en stichting van de textielfabriek Borne. Maar het was wel degelijk ook een risico. In Enschede sprak men over “het Bornsche Avontuur”
Tot directeur van het nieuwe bedrijf werden benoemd de heer A. Hulshoff Pol, in 1913 de oprichter van het bedrijf. Commissarissen werden de heren H.A. van Heek en G.J. Poerink beiden woonachtig in Enschede. Koninklijke Textielfabrieken Gebroeders van Heek is bij ons beter bekend als ”Schuttersveld”. Het bedrijf was gevestigd aan de Hengelosestraat hoek Tubantiasingel te Enschede. Thans is daar de woonboulevard Enschede. Aan de zijde van de Tubantiasingel is nog steeds een hoge, lange muur, behorende tot het bedrijf, aanwezig.

Schuttersveld

De naam Schuttersveld komt voort uit de naam van de villa Schuttersveld die in de jaren 1834-1835 door de grote vernieuwer van de Twentse textielindustrie, de Vlaming jonkheer Charles de Maere, aan de Hengelosestraat 107-113 Enschede, werd gebouwd. Schuttersveld heeft waarschijnlijk te maken met de plek waar de villa staat. Daar hield de Enschedese schutterij haar oefeningen. De villa is thans een rijksmonument van cultuur-architectuur en stedenbouwkundig belang. Ze werd in 1856 door een van de stichters, drie gebroeders van Heek, van de Textielfabriek Gebroeders van Heek, Hendrik-Jan (Hein) van Heek, samen met de daar al aanwezige weverij en garenververij aangekocht. Zijn broers waren P.E en H.J. van Heek. Schuttersveld als geheel (de fabriek in Enschede, de dochtermaatschappijen M. van Dam te Enschede en Textielfabriek Borne) had in 1960 1800 mensen in dienst. Hiervan werkten er ca. 100 in de fabriek te Borne. Het bedrijf behoorde tot de grote Twentse textielbedrijven. Het bedrijf beschikte over een weverij en spinnerij, Van de gewonnen garens werd een deel doorverkocht. In de weverij, werd per week 200.000 m doek (19 miljoen meter per jaar) geproduceerd. Een kwart van de productie werd gemaakt door Textielfabriek Borne. Anders dan andere grote Twentse textielbedrijven waren de producten van Schuttersveld vooral geschikt voor landen met gematigde klimaat. Geëxporteerd werd bijv. naar Amerika en Canada. Vooral manchester voor stoere werkmanskleding (Pilo broek) en de latere verfijningen als corduroy, tinneroy en fluweel werden geproduceerd. Naast katoen werd er ook met half en geheel synthetische garens en vezelstoffen gewerkt. Dit laatste gebeurde o.a. in Borne waar de kunstzijdeweverij met bijbehorende afdelingen, was gevestigd. Maar ook in Borne waren de hoofdproducten manchester en fluweel. Op 6 maart 1959 bestond de Textielfabriek Borne 25 jaar. Enkele weken later bestond Schuttersveld 100 jaar. De feestelijkheden van beide bedrijven vonden in de week na Pinksteren (eind mei) plaats. Alle medewerkers en hun echtgenoten en verloofden waren in de tuinen van het landgoed Schuttersveld uitgenodigd om dit jubileum te vieren. Het feest kostte tegen de 1 miljoen gulden, een enorm bedrag voor die tijd. Vanaf 19 mei 1959 mocht het honderdjarige bedrijf het predicaat “Koninklijk” voeren. Prins Bernhard was de eerste die het bedrijf met deze aankondiging feliciteerde.

Afb. 04: Het logo van Schuttersveld met het kroontje van “koninklijk”

Textielfabriek Borne

Reeds in 1934, onmiddellijk na de overname door Schuttersveld, moesten alle bont-weefgetouwen zodanig worden omgebouwd, zodat ze geschikt werden voor het weven van kunstzijde. Gerrit Kiewit werd met deze taak belast. De uit 1913 stammende gebouwen werden in 1949, toen de behoefte aan kunstzijde erg groot was, fors vernieuwd en vergroot. Aan de Wensinkstraat werd een deel van de oorspronkelijk gebouwen verbouwd tot een pand in twee bouwlagen in moderne, architectuur met grote ramen. Het hoofdpand werd wit geschilderd. Hierin werden de weverij-voorbereidings-afdelingen als scheerderij, sterkerij, rijgerij een spoelerij ondergebracht. De weverij zelf bleef onveranderd, wel werden en Zwitserse zijdeweefgetouwen (Sauers) geplaatst. Ook kwamen er zijdeweef-automaten en enkele getouwen voor het weven van fluweel. Op de verdieping werden zijdespoel-machines geplaatst. Boven kwam ook een kantine en het kantoor. De tussen de muurdammen aanwezige gemetselde wanden, werden modern wit geschilderd. Men wilde de, de door de plaatselijke jeugd op de gevels gekalkte goals aan het oog onttrekken. De fabriek was in de beginjaren juist buiten het dorp gelegen. In de jaren 50, toen de woningen aan de Wensinkstraat en Woolderweg werden gebouwd kwam ze steeds meer in het dorp te liggen. Een textielfabriek, zeker een weverij, maakt met het heen en weer slaan van de spoelen veel lawaai. Maar wanneer de deuren maar gesloten bleven was de overlast hiervan beperkt. Anders werd het wanneer een van de weefgetouwen “warm” was gelopen. Dan ontstond er in het gebouw, door het smeulende stof, die rijkelijk aanwezig is een weverij, erg veel stank. De deuren werden dan open gedaan, waardoor zowel geluid-, als stankhinder naar de omgeving optrad.
Wanneer eind jaren 60, begin jaren 70 vele grote textielbedrijven, bijv. van Heek & Co in 1967 en Spanjaard in 1971 moesten sluiten had Schuttersveld nog “geen centje pijn”. Er waren in 1971 bij het bedrijf 1766 mensen in dienst en het bedrijf had moeite voldoende productiepersoneel te krijgen. Hetzelfde gold voor de Textielfabriek Borne. Het bedrijf werd, onder leiding van de directeur de heer J.J. Bouma, tussen 1959 en 1961 radicaal gemoderniseerd. De werkzaamheden namen 2 jaren in beslag. De werkzaamheden vonden plaats terwijl het bedrijf “gewoon” doordraaide. Er werd bijkans in de open lucht gewerkt. De oude getouwen werden verwijderd. Er werden nieuwe Zwitserse weefgetouwen (Sulzers) geplaatst. Er werd omgeschakeld naar de productie van vooral manchester en fluweel, het hoofdproduct van Schuttersveld. Er kwam airconditioning. Er kwam een nieuw ketelhuis, een nieuw magazijn, nieuwe toiletten en douche- en kleedruimten. Er werd ook een interne telefooncentrale geïnstalleerd. De dochter van de directeur en haar broertjes en zusjes speelden hiermee in de “fabrieksvakantie”. De sheddaken worden vervangen door boogkappen. In 1961 stond er een bedrijf met een hypermodern machinepark. De “opening” werd op 26 oktober 1961 verricht door Mevr. A.W.M. van Bemmel-Jansen, echtgenote van burgemeester van Bemmel. Bij de “opening” was ook de bijna tachtigjarige oprichter van de fabriek in 1913, de heer A. Hulshoff Pol, aanwezig. Ook voor het personeel is het feest. In het Protestants Centrum (thans Kulturhus) werden de directie, de gepensioneerden en het personeel getrakteerd op een cabaretrevue. De heer G. Kiewik, voorzitter van de feestcommissie heette ieder welkom. Gerrit Kiewik was een van de oudgedienden. In 1933 was hij ook al bij Textielfabriek Borne werkzaam. Hij was chef van de weverij. Onder het motto “humor en rythme” waren er optredens van vele artiesten, zangers, muzikanten, acrobaten en cabaretiers. De avond werd afgesloten met een dansje. Voor het personeel was 1961 zonder meer een gunstig jaar. In dit jaar werd namelijk de winstdelingsregeling ingevoerd. De werknemers ontvingen de helft van het dividendpercentage dat 5% (het primaire dividend) te boven ging, te rekenen over het in betreffend boekjaar verdiende loon, exclusief gratificatie en bijzondere toelagen. Hier hebben de werknemers, indien aan de voorwaarden in een jaar werd voldaan, tot en met 1978, toen het bedrijf voor de laatste keer winst maakte, van geprofiteerd. De heer J.J. Bouma, bedrijfsleider, nam in 1970 afscheid. Hij werd opgevolgd door Hans Foekens, die tot enkele jaren voor de sluiting bedrijfsleider was. Hennie Peters was de laatste paar jaar bedrijfsleider van Textielfabriek Borne.

Afb. 05: Gerrit Kiewik, chef weverij. Bij de “overname” door Schuttersveld in 1934 was hij al werkzaam in Borne. Zeker nog tot eind 1971

Personeel

Textielfabriek Borne had voortdurend behoefte aan nieuwe medewerkers, zo blijkt uit de vele advertenties in de regionale kranten. Voor het voortdurend zoeken naar personeel was mede het gevolg van de grote stakingen in de textiel in 1923 en 1932. Arbeiders hadden weinig vertrouwen in deze bedrijfstak. Men ging liever niet in de textiel werken. Textielfabriek Borne had evenals veel andere textielbedrijven gastarbeiders in dienst. Bij de textielfabriek Borne hebben geen Italiaanse gastarbeiders gewerkt. Er kwamen wel Turkse gastarbeiders. Op woensdag 6 juli 1966 verongelukte een van deze gastarbeiders. ’s Avonds om kwart voor elf, wilde hij de rondweg bij Platenkamp oversteken. Hij stak met een onverlichte fiets de rondweg over. Hij had de fiets nog slechts 2 weken en was bezig het fietsen te leren. Waarschijnlijk was hij onderweg naar zijn pension in Zenderen. Het betrof de 38 jarige gastarbeider J.I.A. Keles uit Kederli bij Ankara. Hij was vader van 8 kinderen. Korte tijd later, januari 1967, werd er op het perceel van de textielfabriek een verblijf voor de aldaar werkende Turken geopend. Het was een keurig ingerichte nieuwe houten barak met een dagverblijf, keuken, slaapkamers, toiletten enz. De opening kreeg een officieel tintje. De heer Folkerts, van de arbeidsinspectie vond het verblijf een stap in de goede richting en het stond in scherpe tegenstelling met de vele particuliere pensions. Beide wethouders, J.J.H Meijer en M.G. Meulenbeld van de gemeente Borne waren aanwezig evenals de Turkse werknemers. Er was een tolk om de toespraken te vertalen. In de barak konden 12 tot 16 gastarbeiders worden ondergebracht. Samen vierden ze het eind van de ramadan, waarbij ritueel een geit werd geslacht, gebraden en gegeten. De ingewanden bleven “gewoon” op het open perceel achter.

Het einde van het bedrijf

In 1978 en in mindere mate 1979 beleefde de bedrijf Kon. Textielfabrieken Gebroeders van Heek en Textielfabriek Borne nog een topjaar. Er werd een winst gemaakt van fl. 8,6 miljoen Enkele jaren later komt het bedrijf in de problemen. In oktober 1981 gaf adviseur McKinsey advies om op een ingrijpende wijze te reorganiseren. In 1982 werden in Enschede 350 mensen ontslagen. Er werkten toen nog 645 mensen bij Schuttersveld, waarvan 69, voornamelijk gastarbeiders, in Borne Men komt bij dit onderzoek ook tot de conclusie dat het niet meer verantwoord is om naast de weverij in Enschede, nog een weverij in Borne open te houden. De laatste 20 werknemers, voornamelijk gastarbeiders, in Borne worden eind 1981 naar Enschede overgeplaatst Daar werken ze nog 9 maanden. In de laatste week van juli 1982 werd surseance van betaling aangevraagd. Op 11 augustus van dat jaar is Schuttersveld failliet. Het faillissement werd door curator, Mr. H.W. (Henk) Kessler, bekend als oud vicevoorzitter van FC Twente en voorzitter van de prof sectie van de KNVB, afgehandeld.

De snelle teloorgang van zo’n sterk bedrijf

Schuttersveld was, met uitzondering van Nijverdal-ten Cate, dat met haar surfplanken, kunstgras en kunststofdoek o.a. voor civiele werken tijdig van koers veranderde, het laatste grote Twentse textielbedrijf dat het hoofd moest buigen Vele andere grote jongens, die vooral goedkope katoentjes produceerden, waren haar 15-20 jaar eerder voor gegaan. Na het topjaar 1978 ging het hard bergafwaarts. De ondergang van Schuttersveld kwam vooral door de veranderingen in smaak van de consument, de “mode”. Dit nog versterkt door de rond 1980 heersende malaise in de bouwwereld. De heer van Andel, directeur van Texo Print, eerder Boekelose Stoomblekerij, verwoordde het als volgt: “Zo’n catastrofe heeft er altijd ingezeten.
Het wereldje van de textiel is onberekenbaar en wanneer een bepaald product bij het publiek uit de gratie is kun je praten wat je wilt maar dan is het over er uit. Wanneer inkopers van de grote modemagazijnen denken; “nu willen we wel eens wat anders dan is het inpakken en wegwezen. Dat is een dreiging die iedere textiel-man boven het hoofd hangt.” Voor de oorlog was de manchester of pilo-broek niet van het lijf te branden. Na de oorlog prefereerde men een aankleding met fluweel, corduroy of tinneroy en voor de ramen een knap velours gordijntje. Maar de vrijbuiter uit de jaren 80 heeft een outfit met gaten, rafels en uitgeslagen plekken.”

Afb. 06: De moderne weverij met Sulzer machines

Met de ontwikkeling van de Zwitserse Sulzer weefmachines werd gebroken met het principe van de schietspoel. De schietspoel vroeg, door het heen en weer schieten van de relatief zware spoel door de kettingdraden, veel energie. (en er werd daarmee een hels lawaai gemaakt). “De Sulzer” vervangt de spoel door 17 kleine spoeltjes, 9 cm lang en ca. 35 gram zwaar die met een frequentie van 200 toeren per minuut het inslaggaren door de kettingdraden trekken. Er kan doek tot een breedte van 3,30 m. mee worden geweven. Maar ook het gelijktijdig weven van meerdere smalle doeken op een machine is mogelijk. De komst van deze weefgetouwen waren een enorme innovatie in de weverijen.

Hiermee werd bedoeld de jeans, de nieuwe mode met spijkerbroek/spijkerpak. Schuttersveld heeft nog wel geprobeerd om jeans te produceren. Maar daar waren nieuwe machines voor nodig en dat geld was er niet meer. De laatste 2 jaar voor het einde werd er fl. 21,5 miljoen verlies geleden. Het bedrijf kon zich niet meer aanpassen. Het bedrijf had zich met specifieke machines toegelegd op de productie van corduroy, fluweel en velours alles van topkwaliteit”. Zo werd bijvoorbeeld het geproduceerde fluweel verkocht bij de Bijenkorf. De bekende modeontwerper Edgar Vos, zei bij de teloorgang van Schuttersveld: “Hun fluwelen zijn de mooiste die er op de wereld te koop zijn”. Met “de val” van Schuttersveld was het tijdperk van de textiel in Twente definitief voorbij. Het riante landhuis Schuttersveld, waarmee alles was begonnen, eigendom van Nico van Heek werd voor fl. 6 ton verkocht.

Afb. 07: Wensinkstraat, gevelaanzicht van 1949 tot 1961

De fabriek wordt afgebroken, er worden woningen gebouwd

De gebouwen hebben jaren leeg gestaan voordat ze werden gesloopt. Op het terrein zijn eerst 37 appartementen gebouwd. In 1990 zijn 25 woningen, in de vorm van 10 blokjes van twee en 5 vrijstaande woningen opgericht door de bouwcombinatie Droste-Oude Wolbers (Hengelo en Borne)

Afb. 08: Bovenste foto: gevel aan de Wensinkstraat, zoals de Textielfabriek ’Borne’ er vanaf 1961 tot de sloop uitzag. Onderste foto: het huidige straatbeeld van de Wensinkstraat op dezelfde plek

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2021-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)