Auteur: Martin Thiehatten
Machinefabriek Ledeboer stond aan de Deldensestraat naast de spoorlijn. Ledeboer produceerde stoomketels voor heel Nederland. Na sluiting van de fabriek vestigde zich de firma American Refined Motor Company in de fabrieksgebouwen. De huidige woonwijk op die locatie is er naar vernoemd.
Johan Marie Ledeboer kwam als volontair in dienst bij de machinefabriek van Meijling en Stork aan de Oude Almeloseweg. Johan Marie was de zoon van dokter A.M. Ledeboer uit Rotterdam, getrouwd met Jacoba van Oordt. Ze wilden hun zoon graag medicijnen laten studeren, maar Johan voelde daar niet voor. Als stuurman op de wilde vaart trok hij de hele wereld over. Later ging hij naar Borne en kwam als leerling in dienst bij Meijling en Stork. Daar openbaarden zich zijn technische kwaliteiten en koopmanschap. Na de sluiting van de machinefabriek van Meijling en Stork begon Johan Ledeboer in 1869 met Jan Meijling een machinefabriek aan de Deldensestraat, dicht bij de spoorlijn. De fabriek bestond uit een ijzergieterij, een ketelmakerij, een draaierij en een boorderij. Ze legden zich vooral toe op het vervaardigen van stoomketels. Een groot aantal daarvan ging naar bedrijven in heel Nederland. De fabriek kwam al na enkele jaren tot grote bloei met een honderdtal personeelsleden. Een staaltje van de technische kwaliteiten van Ledeboer was, dat de fabriek reeds elektrische verlichting had, voordat Borne een elektriciteitscentrale had. Ledeboer zorgde zelf voor de opwekking van stroom. Gloeilampen waren er nog niet en ook die vervaardigde hij zelf. Zijn lampen zagen er uit als een halve maan, maar ze gaven licht.
Op naar de borrel
Een gewoonte van de arbeiders was dat ze bij het begin van de middagpauze en na einde werktijd eerst een borreltje haalden. Tegenover de fabriek stond het café van Dika Mentink. Tegen 12 uur en om 19 uur stond daar een hele rij borrels gereed. Om de fabriek van Ledeboer stond een muur, maar de ‘iezermotten’, zoals men toen de metaalbewerkers noemde, hadden er een gat in gehakt. Als de baas even weg was en de dorst heel groot, dan kropen ze door dat gat om even ‘’n halv’n oord’ (kwart liter jenever) te halen. Een borrel gaf hen afleiding, want vroeger kenden ze weinig vermaak of ontspanning en de arbeidstijd was veel langer dan heden ten dage. In de fabrieken werd zeer hard gewerkt, ook bij Ledeboer.
Als de lonen bij Ledeboer moesten worden uitbetaald, werd het manusje van alles Roesink erop uitgestuurd om geld te wisselen bij de pastoor van de Stephanuskerk, die dankzij de collectes over voldoende kleingeld beschikte. Ook moest hij voor de arbeiders vaak melk halen bij café Mentink aan de overkant van de Deldensestraat. Maar soms zat er ook wel jenever in de koffiefles.
De vakmensen van Ledeboer
Het bedrijf had een uitstekende naam opgebouwd. De producten waren zeer gewild en de arbeiders stonden bekend om hun vakmanschap. Stork in Hengelo groeide sterk en verschillende Bornenaren gingen daar naartoe voor een baan. Als ze bij een sollicitatie vertelden, dat ze een opleiding bij Ledeboer hadden gehad, konden ze bij Stork direct aan de slag.
Na het overlijden van Jan Meijling was het bedrijf zozeer gegroeid, dat de directie moest worden uitgebreid. Dat werd een broer van Ledeboer en de naam van het bedrijf veranderde in Firma Gebr. Ledeboer. Deze broer was echter geen metaalman en meer theoretisch dan praktisch onderlegd. Na enkele jaren trad hij dan ook terug uit de directie en begon een textielfabriek naast de machinefabriek. Die textielfabriek voldeed niet aan de verwachtingen en na enkele jaren deed Ledeboer het bedrijf over aan Carel Jacobus Klein. Die verkocht het bedrijf later weer aan de firma Spanjaard, die de gebouwen aan haar bedrijf toevoegde. In 1925 werd een gedeelte van dit ‘kleine fabriekje’ van Spanjaard verbouwd en werd er een bewaarschool (kleuterschool) in gevestigd.
Tijdens de crisisjaren rond 1930 werd een deel van dit gebouwtje gebruikt voor een werklozenproject, waar jongeren houten speelgoed moesten maken onder leiding van een deskundige timmerman. Ook maakten ze houten meubelen en tuinbanken, waarvoor het hout werd geleverd door de Bornse houtzagerij van IJzereef aan de Bornerbroeksestraat.
Machinefabriek Holland
Johan Marie Ledeboer haalde zijn zoon Karel in het bedrijf en veranderde de naam van de fabriek in ‘Machinefabriek Holland’. Het bedrijf draaide uitstekend, maar in 1909 brak in het holst van de nacht door onbekende oorzaak brand uit. Toen de brand was ontdekt en de brandweer arriveerde, brandde de fabriek al als een fakkel. Het blussen was een hopeloze zaak en alle houten modellen gingen in rook op. Slechts een klein gedeelte van de fabriek en het kantoorgebouw bleef gespaard. Daarmee was het lot van de fabriek bezegeld. De Ledeboers zijn deze slag nooit meer te boven gekomen. Ledeboer sr. was al op leeftijd, waardoor hij niet meer opnieuw wilde beginnen. Zijn zoon Karel, die meer financieel expert was dan zakenman, verliet Borne en werd directeur van een petroleummaatschappij in Frankrijk. Ook zijn vader verliet Borne. Het verlies van het bedrijf, dat hij in jarenlange noeste arbeid had opgebouwd, was voor hem te veel. De fabriek was er niet meer en zijn kinderen waren naar elders vertrokken. Niets bond hem meer aan Borne.
American Refined Motor Company
In 1918 vestigde het metaalbedrijf ‘American Refined Motor Company’, in Borne, de Refined genoemd, zich in de bij de brand gespaarde gebouwen. Het maakte benzinemotoren en motorpompen, voor het grootste gedeelte bedoeld voor de overzeese markten. Het bedrijf verrichtte reparatiewerk aan weefgetouwen en andere textielmachines. Ook werden bij Refined scheepsmotoren gereviseerd. Pal naast de spoorlijn lag een weiland van 100 meter breed, dat doorliep tot aan de Prins Hendrikstraat. In dat weiland bevond zich een spoordraaischijf, waarop treinwagons konden worden gereden vanaf de spoorbaan. Op de spoordraaischijf zaten rails, die in de ene stand van de schijf aansloot op de spoorbaan en na draaiing op de rails van de fabriek. De functie is nog te zien in Boekelo, waar een draaischijf wordt gebruikt bij de Haaksbergse museumspoorlijn. Op de treinwagons stonden de te reviseren scheepsmotoren. In 1940 was de spoordraaischijf er niet meer en lag er alleen nog het grote weiland. Daar liepen de paarden van groenteboer Witrock, die tegenover de fabriek van Refined woonde. Witrock was al ruim voor de oorlog vanuit Duitsland naar Borne verhuisd. Maar toen de Duitsers deze paarden vorderden, zei men in Borne: ‘Dat is best, want Witrock is toch een Duitser’, hoewel Witrock een voortreffelijke Nederlander was.
Een gesprek met Herman Beuker
Herman Beuker is geboren in 1936 in de portierswoning van de Refined fabriek, waar zijn vader werkte. In 1940 stond de fabriek van Refined leeg en in 1943 werd het kleine fabriekje, de Refined fabriek en de portierswoning gevorderd door de Duitsers. In de woning werden officieren van de Wehrmacht gehuisvest. Ook werden soldaten van de Wehrmacht ondergebracht in het kleine fabriekje van Spanjaard. De grote fabriekshal werd door de Duitsers gebruikt voor de opslag van gevorderde auto’s.
Op 3 april 1945 werd Borne bevrijd. De Duitsers vluchtten weg, maar eerst werd door hen nog de fabriek Refined in brand gestoken. Veel van de gevorderde auto’s zijn daarbij verloren gegaan. Ook het kleine fabriekje van Spanjaard ging toen in vlammen op.
In 1940 was D.L. Bartelink, getrouwd met Kitty Gelderman, eigenaar/directeur van de Refined fabriek. Na de oorlog ging Bartelink in het niet afgebrande deel van de fabriek verder met 3 tot 4 man personeel voor reparatiewerk. Ze keurden bussen en taxi’s. Deze keuring werd twee maal per jaar uitgevoerd en dan stond de Deldensestraat helemaal vol met bussen van onder andere de TET, de TAD, bussen uit Almelo en van de Bornse busbedrijven van Brok en Ter Haar. Na de keuring in de grote hal moesten de remmen van de bussen en taxi’s worden getest. Dan reden ze hard richting Delden en tussen de Tichelweg en De Viersprong werd dan plotseling keihard geremd. De vader van Herman Beuker regelde dan het verkeer. De kleine Herman vond dat prachtig en deed dat ook eens na. Maar dat ging niet goed en hij werd door een bus over zijn hand gereden. Daarvan heeft hij de nog steeds zichtbare littekens.
In het schooltje in het kleine fabriekje zijn vanaf 1942 kerkdiensten gehouden van de Batistengemeente, die steeds meer leden kreeg. De ruimte werd door Spanjaard beschikbaar gesteld. Voor die tijd kerkten ze in de baptistenkerk in Hengelo. Omdat ook het schooltje in 1945 door brand werd verwoest, moesten de Baptisten een andere huisvesting zoeken. Die hebben ze gekregen aan de Twijnerstraat aansluitend aan de nieuwe wijk Refined.
Nieuwbouw Refined
Het terrein van de Refined fabriek aan de Deldensestraat heeft lange tijd braak gelegen. In 1980 werden er woningen gebouwd. In de grond van het terrein zat op meerdere plaatsen nog veel van de oude fabrieksfundering. Die is blijven zitten, omdat verwijderen daarvan te kostbaar bleek. Op die plekken is een ruim grasveld naast de woningen aangelegd.
Bronnen
- Historisch Informatie Punt (HIP) Borne Krantenarchief (2016)
- Martin Thiehatten – Van Borghende tot Borne (2009)
- Herman Beuker (2016) – interview – 13
- Drs. G.P. ter Braak en H. Noordhuis – Kiek toch ‘s! (1988)
Illustraties
Archief Heemkundevereniging Borne: Afb. 01, 03, 04
Martin Thiehatten: Afb. 02, 05, 06, 07, 08.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2017-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)