Boorn & Boerschop 2014-03: De oude schoenendoos van Catrien Tanke: een familiegeschiedenis over drie generaties

geplaatst in: Boorn & Boerschop, Publicatie | 0

Auteur: Anja Tanke

Het Bussemakerhuis heeft in het verleden wel eens spullen aangeboden gekregen die niet passen in de collectie. Maar men zag wel de waarde er van in en daarom zijn ze destijds toch in ontvangst genomen en bewaard. Daarbij hoorde ook de oude schoenendoos van Catrien Tanke. De inhoud heeft geen enkele relatie met het linnenfabrikeurshuis en daarom is nu een goede bestemming gezocht. En zo komt de schoenendoos met inhoud bij het gemeentearchief terecht.

Afb. 01: Van links naar rechts: Anna Tanke, vermoedelijk moeder Johanna Maria Nijhof en Miejke Tanke

Oude schoenendozen worden nog steeds geassocieerd met het bewaren van spulletjes van vroeger en de inhoud zou best verrassend kunnen zijn. Het toeval wil dat Catrien en ik dezelfde achternaam delen en mij is met regelmaat gevraagd of we soms familie zijn. Dat zijn we niet direct, zes generaties en zo’n 200 jaar geleden komen ‘onze’ tak van de familie en de hare samen.

Nu heb ik de gelegenheid om een kijkje te nemen in het verleden van verre familieleden. Het is daarom dat ik met meer dan gewone belangstelling het deksel van de doos haal. Wat zou ze toch allemaal bewaard hebben? Ik word niet teleurgesteld: er zijn onder andere een aantal mooie oude foto’s, identiteitsbewijzen, bidprentjes en beschreven ansichtkaarten. Bij het bestuderen van de inhoud ontstaat al een eerste indruk van het leven van Catrien en haar familie. Met behulp van de burgerlijke stand, het bevolkingsregister en het kadaster wordt nog meer bekend. Door alle informatie samen te voegen, ontvouwt zich geleidelijk een beeld van lief en leed van drie generaties Tanke.

Bernardus Tanke en Johanna Maria Nijhof

Bernardus Tanke wordt geboren in Zenderen in 1860. Hij trouwt in 1888 met de zeven jaar oudere Johanna Maria Nijhof. Uit hun huwelijk worden vier kinderen geboren, waarvan er twee heel jong overlijden.

Bernardus verdient zijn schamele loon als dagloner, landbouwer, spoorwegarbeider en later als spoorwachter. Het gezin verhuist diverse keren. Aanvankelijk wonen ze op het Kollenveld in Ambt Almelo, later in Zenderen en in Borne. Rond 1910 zijn ze gaan wonen aan de Oude Almeloseweg 19(1). Bernardus en Johanna Maria overlijden beiden in Borne, hij in 1949 en zij in 1938.

Afb. 02: Schematische weergave van drie generaties Tanke
Afb. 03: Catrien samen met haar nicht Annie Gerrits

Maria (Miejke(2)) Tanke

Zij is het tweede kind van Bernardus en Johanna Maria, geboren in 1889. Ongehuwd krijgt zij in 1914 en in 1916 twee kinderen, te weten Catharina en Bernardus. Uit het bevolkingsregister blijkt dat Miejke aan de kost komt als koopvrouw of ventster. Meerdere mensen vertellen mij dat ze kleine benodigdheden voor de huishouding en persoonlijke verzorging, zoals wasknijpers, Sunlight zeep en haarknipjes verkoopt. Ze vervoert haar handel in een hengselmand. Bekend is dat Miejke niet alleen in Borne maar ook in Saasveld klanten heeft. Daar staat ze bekend onder de bijnaam Boorns Hanna(3). Jan Kleinman beschrijft in zijn gedicht Volk an de deur(4) diverse personen die zich in hun levensonderhoud voorzien met deur-aan-deur verkoop. Hij vertelt ook wat over Miejke:

Ik zee nog veur mie Miejke Tanke
met heur heengselmaandje loop’n.
Veters, noal’n, heur agosie
probeer’n ‘t vriendelijk te verkoop’n.

Zo as ‘t gebroek, kwam ‘t achterum.
En koch ie niks, zee’r Miejke fier:
“Dat gef niks, dan goa’w weer vedan
tot aandre wekke dan mer wier.”

Zij woont met haar kinderen in bij haar ouders aan de Oude Almeloseweg 19. Op latere leeftijd trouwt zij met ene J. Elfers, dit huwelijk loopt echter uit op een scheiding.

Na afbraak van de woningen aan de Oude Almeloseweg in 1955 en na enige omzwervingen op diverse adressen in Borne, verhuist ze naar de De Ruyterstraat. Miejke overlijdt in 1964 in het ziekenhuis in Hengelo.

Afb. 04: Bernardus Tanke
Afb. 05: MiejkeTanke
Afb. 06: Anna Tanke

Johanna (Anna) Tanke

Deze derde dochter uit het gezin van Bernardus en Johanna Maria wordt geboren in Zenderen in 1893. Anna verdient haar geld als weefster. Een paar weken voor haar huwelijk met de Almeloër Lucas Gerrits in mei 1912, wordt het eerste kind in haar ouderlijk huis geboren. Het jongetje overlijdt echter al na drie weken en Anna vertrekt met lege handen naar Almelo.
Twee jaar later wordt de hoogzwangere Anna weer ingeschreven in Borne op het adres van haar ouders. Korte tijd later wordt daar haar dochter Johanna Maria (Annie) Gerrits geboren. Veel keus om te verhuizen heeft Anna waarschijnlijk niet. Haar man moet vanaf augustus 1914 zijn straf uitzitten in de gevangenis in Arnhem. Voor Anna betekent het onder andere dat er geen inkomen is. Want zonder kostwinner geen inkomen en zonder inkomen geen eigen woning.

Zo langzamerhand wordt het behoorlijk vol in het kleine huisje aan de Oude Almeloseweg 19. Tot augustus 1917 wonen daar het echtpaar Tanke-Nijhof, de dochters Miejke en Anna en drie kleinkinderen, Johanna Maria, Catharina en Bernardus.

Anna vertrekt in augustus 1917 zonder haar dochter uit Borne. Een jaar later wordt in Almelo nog een kind van het echtpaar Gerrits geboren. Ook deze zoon leeft maar kort, hij wordt maar twee maanden oud. Het huwelijk met Lucas Gerrits houdt geen stand en in april 1919 wordt de echtscheiding uitgesproken(5).

In 1921 trouwt Anna in Enschede met de 23 jaar oudere weduwnaar Jan de Graaf. In 1932 verhuist het paar naar Borne. Eerst wonen ze enige tijd aan de Klippenweg. Vervolgens huren ze de woning Oude Almeloseweg 15. Het is een gemengd huwelijk, iets wat in deze periode niet veel voorkomt: Anna is katholiek en Jan is Nederlands Hervormd.

Afb. 07: Deel van het blok van vier woningen aan de Oude Almeloseweg, 15 (rechts) – 21. Ze zijn gebouwd in 1861 en gesloopt in 1955. De woningen stonden vanaf de Grotestraat gezien aan de rechterkant van de Oude Almeloseweg direct na de Jacobusschool. In 1951 is de gehele straat vernummerd. Dit blok kreeg toen de huisnummers 16 – 22.
Foto: collectie gemeentearchief Borne nr. 03703a.

Anna’s dochter Annie Gerrits staat vanaf haar geboorte ingeschreven op het adres van haar opa en oma. Feitelijk wordt zij door hen en haar tante Miejke opgevoed. Annie vertrekt in 1933 naar Almelo waar ze een paar jaar later trouwt met Hendrikus Johannes Vermaas.

Jan de Graaf overlijdt in 1948. Na zijn overlijden verhuist Anna naar Oude Almeloseweg 19, waar nog steeds haar zus, vader en nicht Catrien wonen. In 1953 volgt opnieuw een verhuizing, deze keer naar Almelo. Daar overlijdt ze in 1960.

Catharina (Catrien) Tanke

Catrien wordt eind december 1914 geboren. Haar moeder is niet getrouwd en de naam van Catrien’s vader is niet bekend. Net zoals haar nichtje Annie gaat Catrien naar de lagere school (bij de Zusters van Schijndel) in de Stationsstraat. In de schoenendoos heb ik een klassenfoto met 38 meisjes aangetroffen, waarop beiden staan afgebeeld.

Kennelijk is duidelijk dat Catrien speciale zorg nodig heeft. Mogelijk hebben de Zusters van Schijndel en/of in overleg met de pastoor gezorgd voor passende opvang. In juli 1929 verhuist ze naar Huize Vincentius in Udenhout. Het is een tehuis voor verstandelijk gehandicapte meisjes. De instelling wordt geleid door de Zusters van de Choorstraat. Vervolgens verhuist Catrien naar Heel waar de Zusters en Broeders van de Heilige Joseph verstandelijk gehandicapten opvangen. Daar wordt Catrien opgenomen in Huize St. Anna. In december 1937 verhuist ze terug naar Borne. In de periode 1929-1950 verblijft Catrien regelmatig in tehuizen en kloosters getuige de verhuizingen vermeld in het bevolkingsregister en de bewaarde ansichtkaarten.

Catrien verstuurt graag kaarten. Enkele ansichtkaarten van haarzelf die ze verstuurde aan haar familie zijn bewaard gebleven. Uit 1947: lieve Moeder en Grootvader, ik laat U weten als dat ik nu met Pinksteren bij U kom en dan gaan wij samen nog eens praten. Dag Moeder en Grootvader. Cathrientje.
Als haar moeder zestig wordt in 1949, ontvangt ze deze kaart: Ik kom u feliciteren en mag hopen dat O.L.V. U nog vele jaren mag in ons midden laten. Jammer ik heb geen geld nu anders had ik U wat opgestuurd. Veel plezier. En ik vergeet U nooit. Tot Pinksteren dan.

Na een periode in Borne verblijft Catrien in 1950 een half jaar in het klooster Bethanie bij Mook. Uit de teksten op de ansichtkaarten blijkt dat Miejke in een ziekenhuis is opgenomen en kennelijk is onderdak gezocht voor Catrien omdat ze niet alleen kan zijn. Haar moeder schrijft onder andere: Beste Catrientje, het zijn wel geen paaskaarten maar u heeft graag kaarten en nu zal ik je er drie sturen. De volgende week krijgt u weer een brief van mij. Het gaat tamelijk goed met mij. Catrientje goed voor de beietjes zorgen en paasmorgen zie ik u gaan met de mooie jurk aan. Dag Catrientje. Hartelijke groeten van mij en ook aan zuster Aloijsia en Moeder Priorin. Zalig Paasfeest.
In 1958 is Catrien een periode opgenomen in de Brinkgreven in Deventer en in 1960 in het psychiatrisch ziekenhuis St. Anna in Venray. Ook daar ontvangt ze kaarten, onder andere van haar moeder.

Afb. 08: Tijdens haar verblijf in klooster Bethanie in Mook verzorgt Catrien samen met de nonnen de bijenvolken

Mijn beste Catrientje. Dokter Sanderink is er geweest en zei het kon nog wel een tijdje duuren maar dat is niets. Hoe is het met u, ik hoop maar van goed. Ik zal u nog wel iedere keer schrijfen hoor. En denk nog wel veel aan u, ja ieder keer. Wel alles is hier nog hetzelfde. Nu vele vriendelijke groeten aan zuster Rita en aan de Dokter die bij u komt. En ook veel groeten van mij u moeder die u nooit vergeet. Dag beste Catrientje tot een andere keer.

Catrien en haar moeder voeren samen een huishouding. Iedere dag gaan ze naar het postkantoor aan de Grotestraat om brieven te posten. Catrien loopt altijd voorop.

Na het overlijden van haar moeder woont Catrien alleen. Ze heeft, misschien wel daarom, altijd een hond. De laatste heeft de naam “Bobbie Elastica Wildebras Spring ‘t veld”. Vanaf 1972 woont ze aan de Nachtegaalstraat. Catrien is niet huishoudelijk aangelegd. Liever ontvangt ze geen bezoek aan huis, alleen als het echt niet anders kan. Ze maakt dan een stukje van de eettafel leeg voor het bezoek. Daar kan dan het kopje koffie staan.

Overdag gaat ze vaak op pad. Catrien heeft dan wel haar verstandelijke beperkingen en psychische klachten, ze heeft goed door of mensen haar mogen en waarderen en haar nemen zoals ze is. Ze heeft vaste adressen in Borne waar ze welkom is voor een gesprekje, een kopje koffie of even naar het toilet mag. Zo komt ze onder andere regelmatig op kantoor bij de medewerkers van de gezinsverzorging en maatschappelijk werk aan de Grotestraat, bij kledingwinkel First Lady, het gemeentehuis en het politiebureau.

Zij is een bekende verschijning in het dorp, met name door haar kledingkeus en haar manier van lopen met grote passen. Ze heeft een luide zware stem en praat ook veel hardop in zichzelf. Catrien wordt vaak gezien met plastic tasjes. Ze koopt veel kleding en ze brengt ook veel weer terug naar de winkel.

Twee anekdotes

Op een dag loopt ze binnen bij First Lady waar iemand kleding staat te passen. Catrien kan niet laten er wat van te zeggen: “Dat steet oe neargns noa”. De eigenaresse vertelt Catrien dat ze altijd binnen mag komen maar dat ze zich niet met de klanten mag bemoeien. Waarop Catrien nogmaals herhaalt “Mer dat steet dat means toch ok neargns noa” en vervolgens de winkel verlaat.

Ook op het gemeentehuis komt ze vaak. Op een dag duwt ze een vel papier onder de deur door van de kamer van de burgemeester. Aan de andere kant van de deur ziet de burgemeester dat gebeuren. Hij bedenkt zich niet en trekt direct de deur open in de veronderstelling dat zijn kinderen een streek uithalen. Hij kijkt echter in het gezicht van een ondeugend kijkende Catrien die zich daarop snel uit de voeten maakt.

Afb. 09: Catrien en haar moeder samen op pad in Borne. Deze foto is gemaakt in 1942
Afb. 10: Catrien op een feestje. Van jongs af aan is ze een zware rookster en ook nu ontbreekt de sigaret niet(6).

Over Catrien zijn nog veel meer verhalen bekend. Aan de meeste zal men met een glimlach terugdenken. Maar ze kon met haar gedrag ook wel eens overlast veroorzaken mensen tegen zich in het harnas jagen.

Catrien overlijdt na een kort ziekbed in juli 1987 in het ziekenhuis in Hengelo. Daarmee verliest Borne een authentieke dorpsfiguur. De uitvaart is in gezamenlijkheid verzorgd door de gemeentelijke sociale dienst, maatschappelijk werk en gezinsverzorging. Ondanks een overlijdensadvertentie geplaatst in de Bornse Courant, zijn bij de uitvaart geen familie, vrienden en kennissen aanwezig.
Ze is begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Oude Almeloseweg(7). Op haar graf staat een beeldje van een duif, gemaakt door kunstenares Ank Lauvenberg.

Bernardus (Ben) Tanke

Op Tweede Kerstdag 1916 wordt een kind geboren: een broertje voor Catrien. Moeder Miejke is ook nu niet getrouwd en ook van dit kind is de vader niet bekend. De jongen wordt vernoemd naar zijn opa: Bernardus.
Ben brengt zijn jeugd door in Borne, hij gaat naar de Jacobusschool en is lid van voetbalvereniging NEO. Hoewel het gezin het zeker niet breed heeft, ziet moeder Miejke wel kans om genoeg geld opzij leggen voor de contributie en een voetbaltenue. Catrien heeft meerdere foto’s bewaard van de teams waar haar broer in speelt.

Afb. 11: Drie generaties Tanke: Miejke, haar zoon Ben en haar vader Bernardus. De foto is gemaakt rond 1931. Op de achterkant heeft Catrien geschreven: moeder, grootvader, Bernard Tanke. Aardappels rooien op het land. Ik was 16-17 jaar oud
Afb. 12: Vanaf links: Ben Tanke, Toon Vloedbeld en mogelijk Huls in het tenue van NEO

In de jaren 1932/1933 is Ben lid van De Jonge Werkman. Er zijn wekelijks clubbijeenkomsten voor spel, sport en ontspanning, maar ook ruime aandacht voor godsdienstige en sociale vorming. De Bornse afdeling van De Jonge Werkman gaat begin jaren ‘30 op retraite in Zenderen en ook hiervan heb ik een foto gevonden in de schoenendoos.

In juni 1934 vertrekt Ben naar Doetinchem. Hij verblijft er kort en een paar maanden later wordt hij ingeschreven in Amersfoort op het adres Utrechtseweg 247. Hij volgt hier de U.L.O.(8) en wordt er opgeleid tot bankwerker.
Aansluitend vervult hij zijn dienstplicht bij de Kon. Luchtdoel Artillerie Afdeling. Ben is onder andere gelegerd bij fort Kijkduin. Meerdere foto’s van hem met zijn kameraden zijn bewaard gebleven.

Afb. 13: Ben Tanke

In juni 1936 is Ben terug in Borne. Hij wordt dan ingeschreven op het adres Oude Almeloseweg 15, bij zijn stiefoom en tante Anna. Na nog een kort verblijf bij zijn nichtje Annie in Almelo vertrekt Ben in 1940 definitief uit Borne. In oktober van dat jaar trouwt hij in Alkmaar met Johanna Jacoba van Latum. In de jaren 1941 – 1949 worden in het gezin drie kinderen geboren; twee jongens en een meisje(9).

In 1956 vertrekt Ben uit Alkmaar en eind jaren ’50 woont hij in Amsterdam. Hij werkt er als winkelier. Eén van zijn collega’s heeft kennelijk wat meer contact met hem, want zij heeft het adres van zijn moeder in Borne. Zij schrijft het volgende: Beste mevrouw Tanke, bij deze wilde ik u vertellen dat het met Ben prima gaat. Ik werk hier bij hem in de winkel al bijna één jaar. In al die tijd heeft hij U haast nooit geschreven. Dat vind ik heel erg nalatig van hem. Zelf heb ik geen moeder meer en daarom des te meer doet het mij erg veel verdriet dat hij U nooit is schrijft. Daarom dacht ik, nou laat ik U wat op die kaart schrijven. Ik hoop niet dat U het erg brutaal vind van mij. Ben weet er niets vanaf dat ik dat doe. Hij verkoopt prima in de winkel en heeft ook een nieuwe auto gekocht. Hoe gaat het met U? Bent U nog helemaal gezond? Ik zou best eens kennis met U willen maken. Kunt u niet is een keer naar Amsterdam komen? Dat zou ik erg aardig vinden. Dan kunt u alles is bekijken. Nou mevrouw, de kaart is vol. Heel veel groeten van Ben en mij. Dàg!
Mevr. E. Oosterbroek-Landzaat.

Kennelijk komt Ben niet meer in Borne en hij schrijft zijn moeder nauwelijks. Zijn collega mevr. Oosterbroek klimt daarom uiteindelijk in de pen om haar laten weten hoe het met hem is.

Op 10 augustus 1960 slaat het noodlot toe als de auto van Ben op de A1 slipt, daardoor op de verkeerde weghelft terecht komt en botst op een tegenligger. Hij overlijdt ter plekke als gevolg van de aanrijding.

Afb. 14: Bericht uit Het Vrije Volk van 11 augustus 1960(10)

Met dank aan

Dit artikel is tot stand gekomen mede dank zij aanvullende informatie van: Gé Nijkamp, Jaap Grootenboer, Henk ten Thije, Annette Evertzen en Leo Leurink.
Fotobewerking op pagina 18: Leo Congert.

Noten

  1. Het pand is in 1951 vernummerd naar Oude Almeloseweg 20.
  2. Uit informatie van Leo Leurink blijkt dat zij Miejke werd genoemd.
  3. Informatie verstrekt door Gé Nijkamp.
  4. Het gedicht is opgenomen in de bundel Streuizaand.
  5. Voor 1971 waren er vijf echtscheidingsgronden, te weten: overspel, kwaadwillige verlating, uitzitten van een gevangenisstraf langer dan vier jaar, toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en na vijf jaar onafgebroken gescheiden van tafel en bed.
  6. De foto is ter beschikking gesteld door Annette Evertzen.
  7. Catrien is begraven in een algemeen graf. Het betekent dat de grafrust in ieder geval tien jaar wordt gerespecteerd. Haar graf is in 2002 geruimd.
  8. Het Utrechts Archief. Archief, toegang 20 Rijksinrichtingen kinderbescherming
  9. De namen zijn bij de auteur bekend maar worden in verband met privacyoverwegingen niet vermeld.
  10. Bron: www.delpher.nl

De Bornse foto’s uit de schoenendoos zijn opgenomen in de beeldbank. Alle andere foto’s en informatie zijn opgenomen in de documentatiecollectie van het gemeentearchief Borne, onder nr. 410.
Informatie verzameld door de auteur is tevens opgenomen in de documentatiecollectie van het gemeentearchief Borne, onder nr. 411.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2014-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)