Auteur: Henk Hassink
Vanaf 1 januari 2001 tot februari 2012 beschikte gemeente Borne over een asielzoekerscentrum. Door de gemeentelijke herindeling in de provincie Overijssel “verhuisde” het centrum van de toenmalige gemeente Ambt Delden naar Borne. De geschiedenis van deze locatie gaat terug tot 1937. In dat jaar besloten enkele fraters Maristen uit Recklinghaussen, Westfalen, uit te wijken naar Nederland en kwamen uiteindelijk tot de vestiging van een internaat met mulo/mavoschool in Azelo. In 1992 werd de vestiging opgeheven en werd hier het asielzoekerscentrum gevestigd. In februari 2012 werd de laatste asielzoeker die hier was ondergebracht, overgebracht naar een andere vestiging.
Dat de fraters Maristen uitweken naar Nederland was een gevolg van allerlei bepalingen en verordeningen van de Naziregering in Duitsland, die het religieuzen onmogelijk maakten te blijven werken in het onderwijs. In Almelo vonden ze voorlopig onderdak door bemiddeling van de toenmalige deken van Almelo. Van de aartsbisschop, mgr. Van de Wetering, kregen ze toestemming zich in het bisdom te vestigen.
Dat men in Almelo grootse plannen had, blijkt uit een brief van juli 1937 aan de fraters, waarin deken Van der Waarden en enkele leden van het kerkbestuur te kennen gaven een gymnasium te willen stichten, samen met de frater Maristen.
In 1939 kregen de fraters toestemming een terrein aan te kopen in de buurtschap Azelo, waarop een bescheiden landhuis werd gebouwd, omdat de plannen voor het bouwen van een internaat voorlopig niet door gingen in verband met de oorlogsdreiging.
Enkele Belgische en Duitse fraters kregen van het hoofdbestuur in St. Genis (Frankrijk) de opdracht in Azelo door te gaan met de plannen een ULO-school met internaat te stichten. Ze lieten geen tijd verloren gaan. In september 1945 werd er niet ver van de villa een reeds afgeschreven verkennerskeet uit Borne neergezet en ingericht als slaapzaal voor 32 jongens. Op de zolder van de villa werden ook nog enkele slaapplaatsen ingericht.
Op 3 november 1945 gingen school en internaat officieel van start met 36 pupillen. In 1946 werd het semipermanente schoolgebouw geopend dat gedeeltelijk als school werd gebruikt, terwijl de rest werd ingericht als slaapzaal in het snelgroeiende internaat. Er waren inmiddels 84 pupillen.
In het schooljaar daarna werd het volgende gebouw in gebruik genomen als schoolgebouw met vier lokalen. In september van dat jaar was het aantal internen gegroeid naar 123. Een jaar later was het maximum van 133 al bereikt.
Tussen beide gebouwen lagen sportterreinen en een betegeld plein met een onverhard gedeelte, de zogenaamde “Sahara”. Aan de zuidelijke rand van het plein stond een rij overdekte urinoirs en wc´s die in barre winters bevroren. Ook in de slaapzaal was het ´s winters vaak erg koud, omdat twee grote kachels het 80 meter lange gebouw niet vorstvrij konden houden. Geld voor de aanleg van een centrale verwarming was er gewoonweg niet.
Er werden plannen gemaakt voor de bouw van een geheel nieuw permanent internaat met kamers met eigen toilet en douche. De eerste schetsen zagen er heel aantrekkelijk uit en er werd alvast gestart met een bouwput. Drie- tot vierduizend kubieke meter grond werd verzet. De vijver voor de hoofdingang is daar nu nog een stille getuige van. Op die plaats zou namelijk het ketelhuis komen. Pas in 1953 werd de eerste steen gelegd van het internaat waarvan het ontwerp toch wat eenvoudiger was geworden dan aanvankelijk gepland. De kamers kregen echter geen eigen douche en toilet!
Bij de invoering van de Mammoetwet in 1968 werd de naam van de school gewijzigd in “R.K. MAVO Azelo”, waar ook jongens uit de naaste omgeving werden toegelaten en eind jaren tachtig zelfs “externe” meisjes. De naam van het internaat “Maria Mediatrix” (Maria Middelares) bleef bestaan en staat nog steeds fier op de voorgevel van het hoofdgebouw. Ondanks het feit dat het internaat en school al die jaren in de wijde omgeving een uitstekende naam hadden, waren de fraters Maristen in 1992 gedwongen het internaat te sluiten vanwege bezuinigingen van de overheid. Hierdoor verloor de school haar bestaansrecht. Na 52 jaar noeste arbeid t.b.v. enkele duizenden jonge Nederlanders, verlieten de fraters hun geliefde stek in Twente; ze moesten hun huis verkopen.
Tot grote vreugde van de fraters bleek het ministerie van WVC belangstelling te hebben om er een asielzoekerscentrum te vestigen. Dit beantwoordde aan het religieuze ideaal: opkomen voor de meest kwetsbaren in de samenleving. De buurtbewoners reageerden fel op deze plannen. De fraters verlieten het huis, de buurt zat met de problemen. De spanningen in de kleine gemeenschap en binnen het inderhaast opgerichte buurtcomité liepen hoog op. Door angst gevoede vooroordelen klonken door in een schriftelijke enquête onder de buurtbewoners. Na rijp beraad wees het gemeentebestuur van Ambt Delden de komst van 275 asielzoekers af. Maar de buurtbewoners voelden zich toch niet lekker bij dit besluit. Tenslotte zijn Azeloërs heel menslievend en zeker geen racisten die geen oog hebben voor de minderbedeelde medemens. Er werd contact opgenomen met WVC en op een avond in juli 1993 besloten de buurtbewoners alsnog akkoord te gaan met de komst van 275 vreemdelingen in hun midden.
Het nieuwe A.Z.C. Azelo werd al snel ingericht voor 275 Joegoslavische vluchtelingen: mannen, vrouwen en kinderen, die allen werden ondergebracht in het hoofdgebouw. Daar werd gewoond, geslapen en gegeten in kleine kamertjes en werd gekookt in een centrale keuken met een beperkt aantal kookplekken voor zoveel mensen. De medewerkers van “de COA”, Centraal Orgaan voor de opvang van Asielzoekers, onder leiding van directeur Harry Stopel, hadden de handen vol aan de totale organisatie van het centrum. Kantoren werden ingericht; onder de vleugels van het openbaar onderwijs Hengelo ging de basisschool van start en de oudere leerplichtige kinderen gingen op hun Nederlandse fiets naar de Hengelose scholen voor voortgezet onderwijs. Henk Wevers wierf vrijwilligers in het centrum voor de kinderopvang en dagelijks onderhoud van gebouwen en terreinen. De teams “wonen” en “diensten” zorgden voor contacten met de buitenwereld en wierven vrijwilligers uit de nabije omtrek voor diverse activiteiten: de kledingwinkel, de “vrouwenkamer”, de bibliotheek en onder auspiciën van het regionaal Onderwijscentrum Twente Oost, lessen Nederlandse taal voor volwassen asielzoekers. Dit alles om het saaie, moeilijke samenleven van zoveel verschillende mensen op zo’n kleine locatie, zin en kleur te geven.
In januari 2002 wonen er 316 asielzoekers, een bont gezelschap: 197 volwassenen en 119 kinderen en jongeren, uit 33 verschillende landen, 10 bewoners zijn staatloos. Het aantal asielzoekers blijft de volgende jaren vrijwel constant.
In oktober 2009 maakt COA bekend in Azelo meer vluchtelingen op te nemen door het aantal plaatsen uit te breiden tot 550. De buurtbewoners maken duidelijk dat ze helemaal niet enthousiast zijn en ze protesteren tegen deze uitbreiding. Na veel overleg wordt toch besloten over te gaan tot nieuwbouw. De ruwe schetsen hiervoor zijn reeds gemaakt. Het karakteristieke gebouw zal dan verdwijnen. Overwogen wordt om de voorgevel voor een deel te sparen zodat de herinnering aan het oorspronkelijke gebouw bewaard blijft. In ieder geval zal de locatie veel ruimere kamers krijgen en een positieve uitstraling. Bovendien zullen het terrein en de directe omgeving een stuk leefbaarder worden. Kortom AZC Azelo wordt weer helemaal nieuw!
En dan…..nog geen jaar later, in oktober 2010, maakt COA bekend dat het hele plan de prullenbak in kan. De herontwikkeling wordt gestopt.
Het personeel en de bewoners worden in september 2011 op de hoogte gebracht: op 1 maart 2012 sluit het AZC de deuren.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2013-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)