Auteur: Robert Platenkamp
Op woensdag 1 juni 1927 worden Twente en de Achterhoek getroffen door een windhoos, die in enkele minuten voor miljoenen guldens schade veroorzaakt(1). Talloze boerderijen en woningen worden beschadigd. Velen raken tijdens de passage van de cycloon gewond. De windhoos richt vooral in Ambt Delden zware schade aan. Maar het weermonster laat ook tussen Borne en Bornerbroek een spoor van vernieling achter. Meteorologen komen later tot de conclusie dat het een cycloon in de klasse F4 moet zijn geweest, in kracht vergelijkbaar met de zware tornado’s die regelmatig ontstaan in het midden westen van de Verenigde Staten.
De kranten doen uitgebreid verslag van de natuurramp. Desondanks is de windhoos van 1927, in de wandeling ook wel de windhoos van Neede genoemd, vrijwel volledig in het vergeetboek geraakt. Alle reden om de gebeurtenissen van toen nog eens op een rijtje te zetten.
Het lijkt een gewone werkdag te worden, die eerste juni. Op het Twentse platteland heerst een sfeer van kalme bedrijvigheid. Overal op het land zijn boeren aan het werk. Het melkvee graast in de weilanden en op de erven scharrelen kippen rond. In het oosten van het land varieert de temperatuur van 23 tot 26 graden. In het westen komt het kwik amper tot 20 graden. Niets lijkt te wijzen op naderend onheil. Maar schijn bedriegt. De natuur heeft anders beslist.
In de loop van de dag trekt een lagedrukgebied van het zuiden uit Nederland binnen. Op basis van de beschikbare gegevens ziet dat er niet gevaarlijk uit. Maar op grote hoogte waait het bijzonder hard. En omdat voorafgaand aan de passage van het lagedrukgebied aan de grond een oostelijke wind waait, is er sprake van grote windschering. Dat zijn plotselinge veranderingen in windsnelheid en windrichting, een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van windhozen.
Die middag, rond half vier, is het zover. Een hevig onweer breekt los boven de Achterhoek. Bij Lichtenvoorde komt een pikzwarte wervelende slurf uit de kolkende onweerswolken tevoorschijn.
Ineens kent de natuur geen mededogen meer. Een verschrikkelijk noodweer breekt los dat via Neede en Hengevelde naar Bornerbroek en ’t Tusveld trekt en langs de hele route enorme schade aanricht.
Het is even na vier uur. De schooldag zit er op. Johan Platenkamp, 11 jaar oud, loopt, tezamen met een paar andere kinderen, van Bornerbroek naar huis terug. Hij is op weg naar de ouderlijke boerderij “Braamhaar” in Azelo, een afstand van ongeveer drie kilometer. Onderweg betrekt de lucht. Een onweersbui komt met rollende slagen snel naderbij. De kinderen besluiten te schuilen bij de grote boerderij van Arkink (“Arkman”) aan de Bornsestraat, pal op de grens tussen de gemeenten Borne en Ambt Delden. Bij het losbarsten van het noodweer verzamelen zich zowel de kinderen als de volwassenen in de grote boerenkeuken. Het is een ongewone lucht, donker, maar op sommige plaatsen grauwgeel. Het hagelt en regent hevig. In de keuken zit iedereen ongerust bij elkaar want wat zich dan afspeelt is ongelooflijk. Buiten raakt alles in een grijze horizontale beweging. De windhoos stort zich op de boerderij en laat het oude gebouw schudden op zijn grondvesten. Zodra de dakpannen door de ramen naar binnen vliegen en de schoorsteen met donderend geraas naar beneden valt vluchten allen in paniek naar buiten. Johan Platenkamp kan zich later herinneren dat hij met de anderen door de zijdeur naar buiten is gelopen, het razende noodweer in. Maar eenmaal buiten gekomen raakt hij bewusteloos. Even later komt hij weer bij zijn positieven, liggend op de grond voor de nienduur, te midden van de puinhopen. Het noodweer is dan voorbij. Johan heeft flink wat kneuzingen opgelopen, maar geen botbreuken. Hoe hij daar is beland, blijft voor hem een raadsel. Een week lang hoeft hij niet naar school. Maar de boerderij van Arkink is vrijwel met de grond gelijk gemaakt. Vlakbij de boerderij, in een laag terrein met de veldnaam “’n Gloep”, zijn zware eiken als lucifershoutjes van de hun wortelgestel afgedraaid. Een kalf hangt vijfhonderd meter verderop dood in de top van een boom.
Zo gaat het ook op veel andere plaatsen. Ruim dertig boerderijen en tientallen woningen raken die namiddag in Ambt Delden zwaar beschadigd. In de baan van de windhoos is over een breedte van enkele honderden meters bijna alles verwoest. De route is bezaaid met ontwortelde of doormidden gebroken bomen, een of meermalen rondgedraaid.
De cycloon kwam uit de richting Neede(2) en heeft zijn weg genomen even ten oosten van het kruispunt in Hengevelde in de richting van de Ambt Deldense buurtschap Wiene. Vooral daar heeft de cycloon zeer veel schade aangericht. In Deldenerbroek zijn de boerderijen De Haar(3) (destijds eigendom van de N.V. Boschoord), Hofhuis en Siemerink zwaar beschadigd. Bij de brug over de Twickelervaart heeft de cycloon de weg Delden–Almelo gepasseerd. Dit is het natuurschoon van dit gedeelte van Twickel noodlottig geworden. Grote eiken en dennen zijn hier gegrepen, rondgedraaid en neergeworpen. In Azelo moeten naast de boerderij van Arkink (“Arkman”) de boerderijen van Nijhuis, Goorhuis en Santen het ontgelden. Licht beschadigd raakt de boerderij van E. Platenkamp en de timmerwerkplaats van zijn broer H. Platenkamp.
Het spoor van vernieling gaat vervolgens over het grondgebied van de gemeente Borne naar het Tusveld. Daar hebben een aantal woningen en boerderijen aan het rijwielpad van Almelo naar Delden flinke schade opgelopen. Vooral veel daken zijn van hun pannen beroofd. Volgens de kranten zijn op ’t Tusveld vijf boerderijen tegen de grond geslagen. Genoemd worden Hammink, Bokhove en Kamenbout. Ook café ’t Maatveld heeft het moeten ontgelden. De cycloon is volgens een treinreiziger rond 16.30 uur bij wachtpost 7 de spoorlijn Almelo – Zenderen gepasseerd. De wachtpost ligt bij de spoorwegovergang van de Bavinkelsweg, vlakbij de Hendrikshoeve. Toen de blokhuiswachter achter zich het bos weggevaagd zag worden, ging hij meteen zijn vrouw halen. Met haar
rende hij naar de andere kant van de spoorlijn en ging daar plat op de grond liggen. Beiden bleven daardoor ongedeerd. De wachtpost is zwaar gehavend, het dak is weggeslagen en ligt 20 meter verderop. Langs de spoorweg zijn de seintoestellen beschadigd. Het spoorwegverkeer is enige tijd gestremd.
De Bavinkelsweg is over een grote lengte versperd door zware eikenbomen. Ook in het Nijreesbos hebben veel bomen het loodje gelegd. “Waar eens bosschen waren is thans een open en kale vlakte” schrijft de Bornsche Courant van 4 juni 1927, “Overal liggen meubels, houtwerk en pannen verspreid, we zagen een stoel die honderden meter ver uit een woning was gezeild bovenop een landhek, tot
een zitje noodend om een overzicht te krijgen”.
Van het buitenhuis De Bavinkel(4) wordt de veranda voor het huis weggerukt en het dak beschadigd. Vrijwel alle ruiten zijn stuk. De boerenwoning van Getkate bij de ingang is tot een ruïne gemaakt. De cycloon heeft vandaar zijn weg voortgezet naar de Bolkshoek, de Wateregge, Albergen, Tubbergen, Geesteren, Mander en Manderveen.
De toeloop van toeschouwers tussen Almelo en Zenderen is enorm. Vele honderden mensen bezoeken de plaats van de ramp. De verkeersproblemen worden nog vergroot door wegwerkzaamheden. De politie weet uiteindelijk de stroom van bezoekers in goede banen te leiden.
Spoedig na de ramp komt de hulpverlening op gang. Evenals in andere plaatsen wordt ook in Borne geld ingezameld voor de slachtoffers van de stormramp. Hetzelfde comité dat ook bij de stormramp van Borculo optrad, komt opnieuw in actie. Ook de Bornse ingezetenen dragen een steentje bij. De opbrengst van de collecte bedraagt in Borne de som van fl. 4.320,02.
Met een enkele uitzondering zijn de getroffenen niet verzekerd tegen stormschade. En voorzover de slachtoffers wel zijn verzekerd, is de verzekeringsmaatschappij zeer terughoudend met het uitkeren van schadebedragen.
De gemeente Ambt Delden neemt het initiatief om de schade te laten taxeren door een commissie, waarvan de rijkslandbouwconsulent ir. W.C. van der Meer uit Hengelo en de gemeentearchitect Sleiderink uit Delden deel uitmaken. De commissie begint haar werkzaamheden op
21 juni. Op 1 juli is het schadebeoordelingsrapport gereed. In totaal zijn 113 gevallen van schade aan gebouwen, inventaris en veestapel vastgesteld met een totaal bedrag van fl. 179.575,50. Gemakshalve neemt de commissie ook enkele schadegevallen mee uit andere gemeenten, waaronder de schade die is ontstaan aan de boerderij van Arkink, die voor een deel op grondgebied van de gemeente Borne ligt.
De gemeente Ambt Delden zal niet de volledige schade vergoeden, maar slechts een tegemoetkoming in de schade uitkeren. Daarom wordt ook onderzoek ingesteld naar de draagkracht van elke getroffene. Er wordt gekeken naar de grootte van zijn onroerende goederen, het uitstaand kapitaal, de schulden, de hypotheek, de samenstelling van het gezin, ziekte van huisgenoten etc.). Uitgangspunt is dat de slachtoffers niet in een lagere stand raken. De tegemoetkoming in de schade is slechts bedoeld als sociaal vangnet. “De arme moet ook een heel klein beetje dragen, anderen kunnen wel enige duizenden guldens missen” aldus de Ambt Deldense burgemeester Cremers. Hij deelt de in de raadsvergadering van 6 september mee dat de getaxeerde schade, na aftrek van hetgeen de getroffenen zelf kunnen dragen, is uitgekeerd. Een bedrag van ruim fl. 110.000,00 is toegekend. Het is de provincie die de tegemoetkoming uitkeert. De herstelwerkzaamheden zijn dan al in volle gang.
Hoe de gemeente Borne met de schadegevallen is omgegaan valt niet meer te achterhalen. Helaas ontbreken de notulen van de collegevergaderingen uit die periode.
In de weken en maanden die volgen vindt herbouw plaats van de beschadigde woningen en boerderijen. Dankzij alle krachtsinspanningen komen de getroffenen er weer bovenop. Het gewone leven herneemt zijn gang en spoedig is de cycloon alleen nog herinnering. Maar wel een herinnering die de getuigen van de natuurramp een leven lang bij zal blijven.
Bronnen
Bornsche Courant, Nieuwe Hengelosche Courant, dagblad Tubantia, Twentsche Courant juni 1927.
Raadsverslagen gemeente Ambt Delden juni; september 1927.
Mededelingen van ooggetuigen.
Noten
- 1 Volgens de kranten is er die middag voor ruim 3 miljoen gulden schade aangericht.
- 2 Er waren die middag vermoedelijk meerdere cyclonen actief. Op het moment dat de cycloon over Ambt Delden en Tusveld trekt, wordt in de Achterhoek ook een cycloon gesignaleerd.
- 3 Hoeve De Haar is nu eigendom van de stichting Twickel. De voormalige landbouwgronden zijn aan het begin van de jaren negentig omgevormd tot golfterrein.
- 4 Het landhuis De Bavinkel, gelegen aan de weg Zenderen-Almelo, is nu een penitentiaire inrichting. De Bavinkel is overigens vernoemd naar ds Bavink, in 1832 eigenaar van het landhuis.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2010-03)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)