Auteur: A.A. ten Kate
Toen de oorlog uitbrak woonde ik nog in Almelo bij mijn ouders thuis. Ze hadden een zaak in de Heerestraat. Zelf was ik aankomend ambtenaar ter gemeentesecretarie en wel op de afdeling militaire zaken. Ik was toen 18 jaar oud. Onze afdeling was belast met het uitkeren van de z.g. kostwinnersvergoedingen. Wekelijks kwamen honderden vrouwen en ouders van soldaten, tevens kostwinners, hun geld ophalen. Zo ook op vrijdag 10 mei 1940. De eerste oorlogsdag was de wekelijkse betaaldag!
De inval van de Duitsers had ook de familieleden van onze jongens hevig aangegrepen. De situatie op ons kantoor werd er niet eenvoudiger op toen ook nog eens bleek dat er aanvankelijk geen geld was omdat de financiën geblokkeerd waren. Later op die morgen konden de vergoedingen gelukkig wel uitbetaald worden.
Ik kon mij de bezorgdheid van de familieleden zo goed indenken, omdat ook mijn oudste broer onder de wapenen was. Hij was op Ockenburg gelegerd – en naar wij aannamen – verwikkeld in de hevige gevechten rond Den Haag. Onze gedachten gingen de hele dag naar hem uit.
Terwijl de gevechten aanhielden en de radio doorlopend onheilspellende berichten doorgaf, werd het 12 mei. Pinksteren. ’s Morgens gingen we gewoontegetrouw naar de kerk, want, “waar is het beter toeven, dan in des Heeren Huis?”.’ s Middags kwam het bericht dat ik op het gemeentehuis moest komen. ’t Bleek dat er voor de Duitsers versterking onderweg was naar het front. Deze militairen moesten in Almelo worden ingekwartierd en de inkwartieringsbevelen moesten sofort worden uitgetikt. Ik kreeg een stapel kaarten en ja hoor, uitgerekend onze. straat, de Heerestraat, moest ik verwerken! Zo werd het eerste bevel dat ik voor de moffen moest tikken, gericht aan mijn vader. Ik heb nog wel overwogen of ik het zou overslaan, maar dat vond ik ongepast voor een ambtenaar in functie!
’s Avonds werd er door de kwartiermakers bij ons huis aangebeld. In het donker – het was verduistering – werd een soldaat in volle oorlogsuitrusting achter de deur geschoven. Ik zou de man – bepakt en gezakt, compleet met mitrailleur – naar de kamer boven brengen, waar anders inwonende knechten sliepen. Ik beduidde hem dat hij de mitrailleur wel in de keuken kon laten. Nogal naïef, want wij waren immers vijanden!
Voordat wij naar boven gingen, stond de man opeens stil in het portaal en zei iets wat ik niet verstond of begreep. Hij herhaalde het “Apport”of zo iets klonk het. Ik haalde mijn schouders op. “Abort, abort”, herhaalde hij. Omdat ik niet wist wat dat wel kon zijn, maakte hij vervolgens een gebaar, alsof hij de broek liet zakken. Hij verduidelijkte dat met “Die Hose herunter “.
Zo leerde ik dat Abort het Duitse woord voor WC is. Ik ben het nooit vergeten.
A.A. ten Kate
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2005-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)