Auteur: H.A.M. Woolderink
Naast gegevens over de familie Woolderink bevat deze kroniek veel interessants betreffende de hofhorigheid, bodegoederen, het verschijnsel lyftucht, tienden, de verplichtingen aan het Domein, erfwinning, opvaart, vrijkoop van horigen e.d. Enkele van deze zaken zullen in dit nummer en de nu volgende nummers van dit blad aan de orde komen.
Het Woolderink, hofhorig erve ouder de Hof Delden
Na het jaar 800 vindt de kerstening van Twente plaats vanuit Utrecht en de bisschoppen van Utrecht weten in de daarna volgende eeuwen, naast de geestelijke macht, ook de wereldlijke macht in Twente in handen te krijgen. Dat gaat gepaard met aankoop en veroveringen van veel boerderijen en andere bezittingen. Volgens een manuaal van de rentmeester van Twente, een in 1385 gemaakt afschrift van een originele lijst van ongeveer 1300, bezit de bisschop van Utrecht dan ruim 200 boerderijen in Twente in eigendom. Deze worden aangeduid als zijn eigen “tafelgoederen”, waarvan de pachtopbrengsten bestemd zijn voor het levensonderhoud van de bisschop en zijn gevolg.
Onder de verschillende bisschoppelijke hoven behoorde een aantal boerderijen (erven), n.l.: de Hof Ootmarsum (47 erven); de Hof Delden (16 erven); de Hof Oldenzaal (38 erven); de Hof Wiene (21 erven); de Hof Goor (28 erven); de Hof Borne (17 erven); de Hof Haaksbergen (21 erven) en de Hof Kagelink te Diepenheim (12 erven).
Op deze bisschoppelijke hoven moeten de bewoners van de onderhorige boerderijen elk jaar op Hemelvaartsdag de hofdag bezoeken en hun rechtshandelingen verrichten, zoals: erfwinning doen; in de horigheid gaan (opvaart); uit de horigheid gaan (vrijkoop); het maken van testamenten; versterf betalen; grond verkopen en grond in hypotheek geven (verzetten). De bewoners van het erve Woolderink in Rectum moeten hiervoor zijn op de Hof Delden. Dat is één van de Hoven waarvan gelukkig de hof boeken bewaard gebleven zijn.
De bisschoppelijke domeinen worden aangeduid als “Keizerlijke Majesteits erven”.
![](https://www.heemkundeborne.nl/wp-content/uploads/2023/01/BB-1999-01-pag-26-Afb.-01-De-stamboerderij-van-de-fam.-Woolderink-2.jpg)
Het Hofrecht is tijdens het bestuur van de bisschoppen van Utrecht steeds mondeling gewoonterecht geweest, maar Karel V laat op 17 maart 1546 alle hofmeijers en de oudste hofgenoten bijeenkomen op de Hof te Ootmarsum om het hofrecht op schrift te stellen. Hiervan is o.a. een copie uit 1549 bewaard gebleven van het hofboek van Espelo.
Na de afzwering van Philips II in 1588 nemen de Staten van Overijssel zelf de soevereiniteit op zich en worden daarmee eigenaar van het hofhorig domein. De boerderijen worden daarna aangeduid als “Provinciale erven”. In de 80-:jarige oorlog zijn veel van de Hofrechten verwaterd en moet er weer orde op zaken worden gesteld. Op 9 augustus 1662 hebben daarom de Heeren Gedeputeerden volgens besluit van Ridderschap ende Steden, de Staten van Overijssel de “Ordre ende redres van 1662 over ’s Lands Domainen van Twente” gepubliceerd.
Het “Hofrecht van 1546” en de “Ordre en redres van 1662” geven ons veel inzicht in de regels waaronder onze voorouders op het erve Woolderink geleefd hebben. Deze regels zullen dan ook regelmatig geciteerd worden.
De hofhorige erven worden weer Keizerlijke Domeinen als Keizer Napoleon in 1795 ons gewest verovert. Aangezien hij veel behoefte heeft aan geld wil hij de Keizerlijke Domeinen publiek verkopen. Dat lukt hem wel met ongeveer 300 boerderijen van de vroegere kloosters Albergen, Weerselo, Sipculo, Almelo en Oldenzaal, die inmiddels nagenoeg allemaal zijn omgezet tot pachterven. Het lukt hem evenwel niet met de ruim 200 hofhorige boerderijen in Twente omdat de bewoners daarop ook rechten hebben, n.l. het hofhorig erf- en bouwrecht. Hoewel de hofhorigheid in de Staatsregeling van 1809 is afgeschaft, heeft het nog tot 1829 geduurd voordat de onderhandelingen tussen de Staat der Nederlanden en de hofhorigen, tot een bevredigende regeling leidden en de voormalig hofhorigen in staat stelden de rechten van het Domein afte kopen. Voor het erve Woolderink gebeurde dat op 21 maart 1830.
Toch heeft Napoleon de opbrengst van de hofhorige goederen wel kunnen gebruiken voor zijn “tocht naar Rusland” en anderszins. Hij heeft namelijk veel staatsleningen uitgeschreven met als onderpand de hofhorige Domeinen in Twente. Koning Willem I treft na de Franse overheersing dan ook een torenhoge staatsschuld aan en de afkoopsommen van de Domeinen zijn geheel nodig geweest om de staatsschuld te delgen.
Tot zover de horigheid in vogelvlucht. We komen er in de vervolgartikelen nog uitvoerig op terug.
H.A.M. Woolderink.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 1999-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)