Boorn & Boerschop 2022-03: Drie zussen uit Borne op de oude begraafplaats van Hengelo

geplaatst in: Boorn & Boerschop, Publicatie | 0

Auteur: Annette Evertzen

Aan de Bornsestraat in Hengelo ligt de oude Algemene Begraafplaats. Een stille en groene oase, dichtbij de kern van de stad. Hier tref ik de graven aan van drie Bornse zussen Ten Cate. Wie waren zij en wat deden ze in Hengelo?

Afb. 01: Links het graf van Mina
Afb. 02: Helemaal rechts het graf van Johanna met daarnaast dat van Laurendina ten Cate

De Ten Cates

Johanna, Mina en Laurendina ten Cate – geboren in 1828, 1831 en 1840 – liggen op deze Hengelose begraafplaats, maar ze groeien op in Borne, in het Kipshuis aan de Abraham ten Catestraat. Dit Kipshuis is al sinds 1689 in de familie, toen het gekocht werd door de betovergrootouders van Adam, de vader van de zussen. Adam ten Cate en zijn vrouw Mietje Stenvers hebben nog drie dochters en een zoon (en er zijn drie jonggestorven kinderen). Adam runt een cichoreifabriekje in een aanbouw naast het huis, dit bedrijf wordt later overgenomen door zijn zoon Abraham.
De grootouders van de zussen zijn bekende Bornse grutters; naar grutter Abraham ten Cate is hun straat vernoemd. Dit gruttersbedrijf wordt voortgezet door neef Abraham Hulshof die trouwt met zijn nicht Margaretha ten Cate, een zus van Johanna, Mina en Laurendina. De doopsgezinde Ten Cates en Hulshof(f)s zijn nazaten van de Bornse linnenreders die in Twente met de textielhandel begonnen.
Drie zussen Ten Cate komen in Hengelo terecht door hun huwelijk: in 1853 trouwt Johanna met Adolf Overbeek, in 1861 volgt zus Mina haar voorbeeld met Adolfs broer Jan Theodoor. Laurendina huwt in 1868 Antonij Avéres.

Afb. 03: De zussen Ten Cate in 1899. Zittend v.l.n.r.: Mina Overbeek, Johanna Overbeek en Maria Witteveen. Staand: Margaretha Hulshof, Laurendina Avéres en Hendrika Santman

De Overbeeks

De Overbeeks vormen een vooraanstaande Hengelose doopsgezinde familie. De grootvader van de broers is Jan Dijk (1775-1849), Hengelo’s eerste burgemeester en samen met zijn vrouw bewoner en rentmeester van Huis Hengelo, dat pal naast de begraafplaats stond. De vermaarde Wolter ten Cate was een oudoom van Jan Dijk. Naast fabrikant met verschillende bedrijven was Wolter religieus leider voor doopsgezind Borne en Hengelo
Burgemeester Jan Dijk en zijn vrouw krijgen twee zonen en drie dochters. Jan Dijk geeft zijn achternaam niet door, want alleen twee van zijn dochters krijgen kinderen. Die dochters zijn Henriëtta, die Gerardus Coenraad van Alphen trouwt (hun zoon is de bekende politicus Jan van Alphen), en Johanna die met Hendrik Overbeek huwt.
Hendrik Overbeek en Johanna Dijk, de schoonouders van twee Bornse zussen Ten Cate, zijn dus niet onbemiddeld: er is veel familiekapitaal uit de linnenhandel in Johanna’s familie. Johanna heeft ook een kinderloze tante: Frederike ten Cate-van Dijk ‘tante Diese’. Deze tante schenkt Hendrik erve het Lansink, nadat hij dit erf voor haar heeft beheerd na de dood van haar man.


Wolter ten Cate (1701-1796)

Door zijn geslaagde experimenten wordt Wolter ten Cate gezien als één van de grondleggers van de industrialisatie in Twente. Hij start onder meer een bontweverij en dit ‘Hengelo’s bont’ (bontgekleurd textiel) wordt een begrip. Ook begint hij weverijen voor marseilles en bombazijn (weefsels van linnen met katoen).
Hij trouwt met Tjilke Dijk, die een flink vermogen inbrengt, waardoor ze de zaak kunnen uitbreiden. Het echtpaar krijgt geen kinderen en Wolter betrekt allerlei familieleden bij zijn bedrijven. Ook erven zijn neven en nichten zijn bezittingen.
De kerk en de armen hebben hun deel dan al gekregen. Het verhaal gaat, dat er achter zijn huis een ton staat waar het echtpaar al zijn losse geld ingooit. Deze volle ton wordt het begin van de armenkas, waaruit ook andersgelovigen hun deel krijgen.
Wolter ten Cate is een oom van zowel de vader als de moeder van Jan Dijk, vandaar dat verschillende huizen later bij de Dijk-familie terechtkomen (1) .

Maar ook Hendriks familie zit in de handel. Als Hendriks vier jaar oud is verdrinkt zijn vader en wordt hij opgevoed door zijn oom en tante Ter Horst-Overbeek die zelf geen kinderen hebben. Ze wonen aan de Brinkstraat (significant is dat Wolter ten Cate ook op deze plek gewoond heeft) en runnen een winkel in koloniale waren. Ze hebben ook een ververij en samen met zijn pleegvader handelt Hendrik in het Hengelosche bontgoed, waarmee Wolter Ten Cate in Hengelo begon. De kwaliteit van de textiel is heel goed, maar het organiseren van de zaken verloopt wat minder: de handel floreert niet. Hendrik neemt dit alles later over.
Samen met zijn zwager Van Alphen koopt Hendrik ook grond en boerenerven. Ze worden in 1845 eigenaar van een grote boerderij: de Werninkhof, voor ruim 10.000 gulden (2) . De verkoper is Willem Christiaan Lantman, schout en secretatis van de gemeente Borne.
De kinderen van Hendrik en Johanna erven de bezittingen van hun vader, maar later ook het onroerend goed van hun neef Jan van Alphen. Naar Adolf en Johanna ten Cate gaan de winkel en de textielhandel, Werninkhof gaat naar Jan Theodoor en Mina ten Cate (3).

Adolf Overbeek en Johanna ten Cate

Het jonge stel Adolf en Johanna neemt de winkel over en laat een nieuw huis bouwen op deze plek aan de Brinkstraat. Ze hebben er naast de winkel een koffiebranderij en een kleine ververij. De textielhandel wordt nu door het jonge stel gerund, maar gaat failliet.
Adolf en Johanna krijgen acht kinderen. Hun oudste zoon Hendrik neemt op zijn beurt de winkel over en later weer diens zoon Hendrik. Een dochter van Adolf en Johanna huwt een neef en deze Hendrik Overbeek begint een steenfabriek aan de Boekeloseweg. Adolfs grootvader was burgemeester, zijn vader wethouder en in hun voetsporen wordt Adolf gemeenteraadslid.

Jan Theodoor Overbeek en Mina ten Cate

De Werninkhof, ook wel het Sladenhuis genoemd, gaat naar Jan Theodoor Overbeek en zijn vrouw Mina ten Cate en ook zij krijgen acht kinderen. Deze grote boerderij was vroeger heel waarschijnlijk een havezate. Dominee Craandijk maakt er een schets van, gebaseerd op een kaart die Hendrik Overbeek in zijn bezit had (4) .
Dit erf is omgeven door zes hectare grond, die voor de helft in cultuur is gebracht. Jan leert het agrarische vak bij zijn oudste broer op ’t Lansink, hij wordt herenboer en houdt zich ook bezig met allerlei commissies op landbouwgebied.

Afb. 04: De Werninkhof

Antonij Avéres en Laurendina ten Cate

De jongste zus Laurendina ten Cate huwt Antonij Avéres. De naam is minder deftig dan het lijkt: de familie komt uit Nordhorn, van ‘over de es’. Antonij staat bij de geboorte van zijn kinderen vermeld als kantoorbediende en later (1874) als boekhouder bij de firma Gebr. Stork & Co. Hij is begonnen bij de machinefabriek Stork & Meijling in Borne en verhuist met het bedrijf mee naar Hengelo, als er in Borne moeilijk aan grond te komen is om uit te breiden.
In Hengelo betrekt het gezin een woning aan de Spoorstraat, een pand dat eerder als ziekenhuis voor besmettelijke zieken heeft gediend. Laurendina laat het huis geducht reinigen en ontsmetten.
In 1877 koopt Antonij een stuk grond (bos, heide, bouw- en weiland), langs de spoorbaan aan de Anninksweg en laat er een theekoepel bouwen. Vaak trekt het gezin per rijtuig naar deze plek, om er van de thee en het buitenleven te genieten. Antonij hield er pony’s, samen met zijn zwager Adolf Overbeek.
Antonij sterft jong, 37 jaar oud, Laurendina ‘nalatende vier kinderen, nog te jong om het groote verlies te beseffen’ (5) . Als Antonij overlijdt, krijgt Laurendina van Stork een pensioen van 600 gulden per jaar (hoewel er nog geen pensioenfonds bestaat) met de garantie van levenslang vrij wonen aan de Spoorstraat.
Ook enkele kinderen sterven jong: er is een levenloos kindje, een zoontje dat sterft op 3-jarige leeftijd en dochter Marie die 31 jaar wordt. Het echtpaar heeft daarnaast nog twee zonen en een dochter.
Laurendina laat na Antonij’s dood een boerderijtje bouwen op haar land aan de Anninksweg en verpacht het. In 1902 bouwen haar zonen naast het boerenerf een dubbele villa: Drieneroord. De boerderij wordt later garage, maar behoudt de naam ‘het boerderijtje’. Laurendina’s kleinkinderen en hun (klein)kinderen hebben lang genoten van huis, tuin en bos.

Afb. 05: Drieneroord, met rechts het boerderijtje

Laurendina betrekt het rechtergedeelte van het nieuwe huis en haar oudste zoon Hendrik woont met zijn gezin naast haar. Na enkele jaren laten haar zonen voor Laurendina een nieuw huis bouwen op een hoek van het perceel, en gaat haar zoon Johan in het huis naast zijn broer Hendrik wonen. Hendrik wordt hoofdingenieur bij Stork, Johan klimt op van kantoorbediende tot directeur. Johans zoon Antonie wordt er in 1947 ook directeur.
Het huis van Laurendina wordt in 1910 vergroot, omdat haar zus Johanna ziekelijk is en met een verpleegster bij haar komt wonen.
Laurendina is begaan met het wel en wee van de begraafplaats, waar ze haar man en kinderen heeft liggen. Ze gaat in 1877 langs bij de eigenaren van graven om geld op te halen voor een uitbreiding van de plek. In 1912 wordt de oude begraafplaats opgeknapt. Frederika ter Horst, die hiervoor het initiatief neemt, schrijft hoe mensen planten aanbieden: ‘[E]n was Mevr. Averes-ten Cate de eerste die zoo vriendelijk aanbood, dat Apool [de beheerder] al de randen in haar tuin mocht opnemen en op het kerkhof opnieuw uitplanten en de overige plaatsen voor randen ter afscheiding der grafruimten gebruiken.’(6)
Haar nazaten kunnen van die beplanting genieten als Laurendina in 1921 ter grave wordt gedragen. Haar zussen zijn haar al voorgegaan.

Afb. 06: Laurendina in 1912

Met dank aan Margreet Heringa voor haar aanvullingen en foto’s met betrekking tot Laurendina, haar betovergrootmoeder, en Henk Methorst voor inzage in het familieboek van de familie Averes, geschreven door zijn grootvader Hendrik.

Bronnen

Averes, H.C. Familieboek. 1937 (privébezit).
Overbeek, H. Jzn. Genealogie en geschiedenis van de familie Overbeek. 1911. Transcriptie in 1998 door W.M. Visser. Archief Museum Hengelo.
Tanke, A. & J. Kuhlmann. Borne’s eerste burgemeester en notaris Willem Christiaan Lantman. Deel 1. Geld verdienen. Boorn & Boerschop, 22, 3, 2012, p. 19-20.
Vereniging Gemeenschappelijk Onderhoud Kerk, hof, kerkhof. Hengeloo. Hengelo: Vereniging Gemeenschappelijk Onderhoud, 1982.
Welberg, G.J. Het einde van Sladenhuis of Weerninkhof’. Oald Hengel, 6, 1981, 13-15.

Noten

  1. Jans vader (Steven Dijk) was de zoon van een broer van Tjilke en Jans moeder (Jenneken ten Cate) het enige kind van een broer van Wolter. Overigens deelden Wolter ten Cate en de Bornse zussen Ten Cate dezelfde stamvader, maar dat gaat terug naar de 16e eeuw.
  2. Tanke, A. en J. Kuhlman. Het erf lag aan de Sloetsweg, tegenover de Jozef Israëlstraat en is in 1910 afgebroken. G.C. van Alphen en Hendrik Overbeek verdeelden later hun bezittingen: Van Alphen kreeg het Weusthag en Wilbert, voor Hendrik was de Werninkhof en Westerhof.
  3. Het Lansink ging naar de oudste zoon Jan en de dochters kregen het oude burgemeestershuis van Jan Dijk. In dit huis hadden ook hun ouders hun laatste dagen gesleten.
  4. Historisch Centrum Overijssel: NL-ZlHCO_0264_6-10_TP000818
  5. Twentsche Courant, 31-1-1886
  6. Vereniging Gemeenschappelijk Onderhoud, p. 77.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2022-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)