Het mammoetjong van Borne (ca. 34.000 jaar geleden)
Plaatje 1. Dit bot zat diep in de grond bij de Bornse Beek op de Stroom Esch. Het is een dijbeen van een mammoet. Je moet het met twee handen vasthouden, zo zwaar is het. Welk nummer heeft dit bot op het kaartje met de vierkantjes op de bladzijde hiernaast?
Het mammoetjong van Borne (ca. 34.000 jaar geleden)
Een vistrap in de Bornse Beek
Het is in de lentemaand mei in het jaar 1996. Een graafmachine is aan het werk in de wijk Stroom Esch. De machinist is bezig een geul te graven tussen de grote vijver en de Bornse Beek. In de geul wordt een vistrap aangelegd. Elke trede is een bak water. Zo kunnen de vissen in de Bornse Beek treetje voor treetje omhoog zwemmen, langs de hoge stuw die daar in de beek staat. Zonder de trap kunnen ze niet langs de stuw.
Enorme botten
Het werk schiet al aardig op. “Wat krijgen we nóu?”, roept de kraanmachinist opeens. Hij zet zijn machine uit en springt naar buiten. In de schep ligt een heel groot bot. Even later vindt hij nog een paar enorme botten. Zó groot, dat ze niet begraven kunnen zijn door een hond. Hij weet zeker dat hij iets heel bij- zonders heeft gevonden. Hij pakt zijn mobieltje en belt zijn baas om te vragen wat hij moet doen. De botten worden naar het kantoor in Almelo gebracht. Daar onderzoeken deskundigen uit Enschede de botten. Zij zien dat ze van een heel groot dier zijn.
Plaatje 2. Dit is het skelet van een wolharige mammoet. De 63 opgegraven botten van de Bornse mammoet zijn zwart gemaakt. De witte botten en de slagtanden zijn er niet meer. Misschien zijn ze weggespoeld door het water in de beek of opgegeten door hyena’s.
Een soort mammoet
De onderzoekers ontdekken dat de botten van een wolharige mammoet zijn. Wolharige mammoeten waren een soort olifan- ten met een dikke vacht. Hun rossige haren werden wel een meter lang. Ze hadden een grote bult met vet achter de kop en lange slagtanden. Een volwassen dier werd bijna drie meter hoog. In een woonkamer zou hij zijn kop tegen het plafond stoten. De Bornse mammoet was wat kleiner, want hij was nog niet volwassen. Hij was tussen de 10 en 20 jaar oud.
Een bijzondere vondst
De deskundigen laten het hele gebied bij de nieuwe vijver voor- zichtig onderzoeken. Ze laten de grond afgraven tot twee meter diep. Zo worden nog meer botten gevonden: alles bij elkaar wel 63. Het is een heel bijzondere vondst. Er zijn in ons land nog nooit zoveel botten van één mammoet bij elkaar gevonden. De mammoet lag in een holte op de bodem van de Bornse Beek. Het is een heel oude beek. Hij stroomde hier honderdduizend jaar geleden al. Is het jonge dier in de beek verdronken?
Botten van de mammoet
De botten zijn delen van zijn poten, ribben en ruggenwervels. Maar zijn kop, de schedel, is er niet bij. Misschien is de schedel ver weg gedreven of opgegeten door andere dieren. Aan som- mige botten is geknaagd. Misschien door hyena’s die hier toen waren. Geleerde mensen zeggen dat de mammoet van Borne heel lang geleden leefde, wel meer dan 34.000 jaar geleden.
Boris of Bertha?
Veel mensen uit Borne komen kijken naar de opgraving. Ze houden van ‘hun’ mammoet. Daarom geven ze het dier een naam. Een jongensnaam: Boris. Maar we weten niet of het een jongen of een meisje was. Je kunt onze jonge wolharige mammoet dus net zo goed Bertha noemen. Of een andere naam die je leuk vindt.
Plaatje 3. Dit is een tekening van de plaats waar de 63 botten van de mammoet zijn gevonden. De botten lagen twee meter diep. Door de vierkantjes kun je goed zien waar de botten precies lagen. Alle vierkantjes zijn een meter lang en een meter breed. Elk botje heeft een nummer. Het eerste botje heeft num- mer 1, het laatste nummer 63. Kun je ze allemaal vinden? Welk bot is het grootst en hoe lang is het ongeveer? Welke botten liggen het verst uit elkaar. Hoe ver is dat ongeveer? Misschien was de mammoet wel zo lang!
Heel koud
Toen Boris leefde, was het hier zo koud, dat we die tijd IJstijd noemen. Borne bestond toen nog lang niet. Het landschap was maar een kale bedoening. Er groeiden alleen maar mossen, lage planten en struiken. Er lag vaak sneeuw en ijs. Zo’n land- schap noemen we een toendra. Toch konden de mammoeten hier toen leven. Door hun dikke vetlagen hadden zij geen last van de kou. Ze aten planten. Met hun slagtanden konden zij de planten van onder de sneeuw en het ijs halen. Nu zijn er geen mammoeten meer. Vierduizend jaar geleden werd het klimaat te warm voor hen. Ze zijn toen uitgestorven.
Jagers en verzamelaars
Behalve mammoeten leefden hier ook elanden en rendieren. Bij het Dijkhuis zijn in de bodem van de Bornse Beek botten van een eland en van een pony gevonden. In de warmere maanden in de IJstijd kwamen er ook af en toe mensen in de omgeving van Borne. Het waren kleine families van jagers en verzame- laars. Ze woonden niet op een vaste plek. Ze leefden van de jacht, vingen vis en verzamelden eetbare gewassen. Daarom trokken ze met de kuddes wilde rendieren en elanden mee. Ze woonden in tenten van palen en dierenhuiden. Hun werktuigen waren van steen. Er zijn van hen een aantal vuurstenen dolken en bijlen gevonden in de omgeving van Borne.
Plaatje 4. Zo zag een wolharige mammoet er uit.
Ga maar eens kijken
Nu zijn de botten van de mammoet te zien in het museum De Twentse Welle in Enschede. Bij de vijver in Borne is een boom geplant op de plaats waar hij werd gevonden. Het is een bijzondere boom: een mammoetboom. Nu begrijp je waarom ze deze boom hebben gekozen. Mammoetbomen kunnen heel groot en heel oud worden, maar de boom in Borne is al snel doodgegaan. Wat vind je, wordt het niet tijd om een nieuwe mammoetboom te planten voor Boris of Bertha?
Plaatje 5. Op deze foto van de opgraving van de mammoet kun je goed zien dat de vierkantjes met paaltjes zijn aangegeven.