Boorn & Boerschop 2018-02: Gemeentelijke herindelingsperikelen in de jaren ‘60

geplaatst in: Boorn & Boerschop, Publicatie | 0

Auteur: Robert Platenkamp

In de jaren zestig smeedden Rijk en provincie plannen om te komen tot de vorming van één ongedeelde gemeente Delden. De Ambt Deldense buurtschap Azelo stond op de nominatie om te worden ingedeeld bij de gemeente Borne. Het meest opmerkelijke aan de gang van zaken is, dat de herindeling de eindstreep toen niet heeft gehaald. De tegenkrachten in twee kleine gemeenten waren sterker. Een zeldzaamheid

Hotel-restaurant Carelshaven, woensdag 22 juni 1960, 17.00 uur.

Edzo Toxopeus, minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet De Quay, toont zich een ware diplomaat. Hij heeft die middag gesprekken gevoerd met de gemeenten die bij de herindeling zijn betrokken. Dat zijn niet alleen Stad en Ambt Delden, ook Borne mocht aanschuiven. Hij heeft zorgvuldig afgetast wat er bij de volksvertegenwoordigers leeft en met welke gevoeligheden hij rekening moet houden. Nu informeert hij de pers over het resultaat. Als ervaren bewindsman begrijpt hij heel goed dat dit soort dingen tijd nodig hebben. Je moet mensen laten wennen aan het idee van een nieuwe gemeente. “Voor dergelijke wijzigingen moet een gunstig klimaat ontstaan”, aldus de minister, “Noch het provinciaal bestuur, noch ik zullen via onbezonnen daden een grenswijziging stimuleren. De plaatselijke omstandigheden zijn hier van belang”. Met fraaie volzinnen probeert Toxopeus gevoelens van onbehagen weg te nemen. Hij suggereert dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. Maar zonder dit uit te spreken, weet hij heel goed dat de samenvoeging uiteindelijk zal doorgaan. Want overal in Nederland verdwijnen kleine gemeenten bij de vleet. Waarom zouden Stad en Ambt Delden een uitzondering vormen?

Afb. 01: Het Vrije Volk van 18 juli 1960. Bron: www.delpher.nl

Op de veranda van het chique hotel-restaurant gaat het er minder hoffelijk aan toe. De daar verzamelde raadsleden van Ambt Delden zijn ronduit verbolgen over hetgeen ze vanmiddag te horen hebben gekregen. Hun verontwaardiging richt zich met name op de houding van hun burgemeester, jhr. mr. L.O.M. van Nispen tot Sevenaer, die overigens ook burgemeester van Stad Delden is. Zonder daarover van tevoren ook maar iets te zeggen, hield de verfijnde aristocraat een warm pleidooi voor de samenvoeging van Ambt en Stad. Een samengaan waar de raadsleden van Ambt Delden helemaal niets voor voelen. En dat zullen ze de burgemeester ook duidelijk laten weten. In de eerstvolgende raadsvergadering zal een motie worden aangenomen waarin de raad stelt dat de burgemeester de belangen van de gemeente Ambt Delden zeer heeft geschaad. Gevolgen zal de motie overigens niet hebben. De burgemeester blijft gewoon in functie. Pas in 1965 gaat hij met pensioen.

Minister Toxopeus heeft die middag ook de mening van het Bornse gemeentebestuur gepeild. De gemeente Borne is rechtstreeks bij de herindeling betrokken vanwege voorgenomen uitbreiding van haar grondgebied met de buurtschap Azelo. Onder aanvoering van wethouder Jan Buijvoets (KVP) heeft het college haar standpunt toegelicht. Het voorstel van de provincie kan in Borne rekenen op een warm onthaal. Jan Buijvoets laat niet na om in het gesprek met de minister allerlei praktische en economische overwegingen ter tafel te brengen die in zijn beleving de overgang van Azelo rechtvaardigen. Volgens de Bornse woordvoerder behoort de marke Azelo vanouds tot de contreien van Borne en zijn de bewoners sterk op Borne georiënteerd. Het voorstel van de provincie stemt hem dan ook tot tevredenheid.
Jan Buijvoets heeft zijn mensen, onervaren als ze zijn in de omgang met Haagse autoriteiten, vooraf nog enkele nuttige kledingadviezen gegeven. De heren kunnen deze middag volstaan met een wandelkostuum (de zwarte slipjas kan in de kast blijven hangen).

Waarom een samenvoeging?

In Overijssel hebben verschillende stad- en ambtgemeenten bestaan. Deze zijn in de loop der jaren samengevoegd (Stad Almelo en Ambt Almelo in 1914, Stad Ommen en Ambt Ommen in 1923, Stad Hardenberg en Ambt Hardenberg in 1941, Stad Vollenhove en Ambt Vollenhove in 1942). In 1924, 1932 en 1954 kwamen Gedeputeerde Staten met voorstellen om ook de beide Deldense gemeenten te verenigen. Maar nu eens Stad, dan weer Ambt, torpedeerde de huwelijksplannen. Het onderwerp verdween dan tijdelijk van de agenda, maar keerde altijd weer terug. Eind jaren vijftig begon de discussie opnieuw te spelen. Gedeputeerde Staten vonden het de hoogste tijd om beide gemeenten samen te voegen. Argumenten hiervoor zocht de provincie in de planologie. Maar deze waren niet erg sterk.

De gemeente Stad Delden (met een oppervlakte van slechts 256 ha) had behoefte aan gebiedsuitbreiding. In het zuiden en zuidoosten van Stad Delden lag nog onbebouwd gebied, maar de provincie vond uitbreiding in die richting niet wenselijk vanwege de verwijderde ligging ten opzichte van de kern en de aanwezigheid van de spoorbaan. Ten noorden en ten oosten van de stadskern bevond zich het landgoed Twickel, dat als natuurgebied behouden zou moeten blijven. De uitbreiding zou naar het westen en noordwesten moeten gaan, over de grens met de gemeente Ambt Delden heen. Achteraf kunnen we vaststellen dat de woningbouw in westelijke richting beperkt is gebleven tot de wijk Rupertserve (1972). Juist het gebied dat volgens de provincie ongeschikt zou zijn voor woningbouw, tussen de spoorlijn en het kanaal, is sindsdien vrijwel geheel bebouwd.

Het tweede argument was eveneens betrekkelijk. Rijk en Provincie vonden dat het Ambt Delden ontbrak aan een centrale kern. Bentelo telde in 1960 slechts 123 inwoners en Hengevelde maar 461 (1). Stad Delden zou in de gedachten van de plannenmakers gaan fungeren als centrale stadskern, die de noodzakelijke sociale, medische en culturele voorzieningen zou kunnen bieden. Dit argument ging echter volledig voorbij aan het feit, dat de veel inwoners van Ambt Delden helemaal niet waren georiënteerd op Stad Delden. Zij maakten gebruik van voorzieningen in Enter, Bornerbroek, Almelo, Zenderen, Borne, Hengelo, Goor en Diepenheim. Hengevelde ging daarom nog liever samen met de gemeente Goor dan met Delden. Een centrale kern voor Ambt Delden was een achterhaalde gedachte. De mobiliteit was enorm toegenomen en afstanden vielen daarmee weg.
Het enige plausibele motief voor samenvoeging bestond hierin, dat de twee gemeentelijke organisaties tot één sterkere organisatie zou worden teruggebracht, waardoor op bestuurskosten zou kunnen worden bespaard. Maar daaraan wordt in de stukken vreemd genoeg weinig aandacht besteed.

Azelo gaat over naar Borne

De plannen hielden dus niet alleen de samenvoeging van Stad en Ambt Delden in. De buurtschap Azelo zou worden afgesplitst van Ambt Delden en toegevoegd aan de gemeente Borne. Eigenlijk ging het zelfs om een iets groter gebied dan alleen Azelo. Al het grondgebied van Ambt Delden ten noorden van het toenmalige tracé van de A1 zou overgaan naar Borne. Dat gebied liep van de Bloksteegweg (bij de Azelerbeek) tot de overzijde van het Twentekanaal ter hoogte van het Grasbroek bij Bornerbroek. Dus ook een gedeelte van de buurtschap Deldenerbroek zou bij Borne worden gevoegd. Argument hiervoor was de autosnelweg A1, die Azelo fysiek zou scheiden van de rest van de nieuwe gemeente Delden. Werkelijk een heel zonderlinge gedachte, alsof wegen en kanalen wezenlijk bepalend zijn voor gemeentegrenzen. Overigens speelde de A35 (2), die Borne zou scheiden van Azelo, geen enkele rol in de overweging van de provincie, terwijl het tracé toen al bekend was.
Verder zouden de inwoners van Azelo volgens de provinciale beleidsmakers veel meer georiënteerd zijn op Borne dan op Delden. Dit was – en is nog steeds – het geval, maar op basis van dit argument kunnen talloze steden en dorpen aan andere gemeenten worden toegedeeld.
De voorgestelde herindeling zou tot gevolg hebben, dat van de gemeente Ambt Delden naar de gemeente Borne zou overgaan een gebied van 669 ha en ongeveer 585 inwoners en dat een nieuwe gemeente Delden zou ontstaan ter grootte van ongeveer 8.430 ha met rond 10.200 inwoners.

Grote weerstand

De raad van Ambt Delden is wel bereid om mee te werken aan een beperkte grenswijziging waardoor Stad Delden zich in westelijke richting kon uitbreiden, maar wil van een samenvoeging niets weten. Wethouder Goselink onderstreept de afwijzing nog eens extra als hij opmerkt: “Wij zijn nu drie keer lastig gevallen door GS, ik hoop dat zij nu eindelijk eens tot andere gedachten komen. Ambt Delden wordt steeds het kind van de rekening en krijgt het mes op de keel. Wij vragen de heren in Zwolle nergens om”. De raad van Stad Delden spreekt zich in zijn vergadering van 28 oktober 1963 eveneens uit tegen herindeling. Burgemeester Van Nispen tot Sevenaer en wethouder Kieboom (Gemeentebelang) zijn voor samenvoeging, maar wethouder Nijhof (KVP) stemt tegen, evenals een meerderheid van de raad.

Afb. 02: Jan Buijvoets (*1918 – †2000), wethouder van Borne en vervolgens burgemeester van Ambt Delden(3)

Ook Borne mag zich uitspreken over de herindeling. Op 5 september 1963 komt het voorstel van GS in de raad aan de orde. Wethouder Buijvoets is positief, en is zelfs van mening dat het van Ambt Delden af te splitsen gebied nog groter zou moeten zijn. Hij doet de suggestie om nog vier boerderijen bij het gebied dat over zal gaan naar Borne, te betrekken. Na de herindeling bij Borne zal Azelo positief kunnen beginnen aan de opbouw. Hierna stemt de Bornse gemeenteraad, zonder hoofdelijke stemming, in met de voorgenomen gebiedsuitbreiding. Vanuit Ambt Delden wordt hiertegen fel van leer getrokken. Het Azelose raadslid A.H.J. Goorhuis (KVP) zegt daarover het volgende: “De gemeente Borne heeft natuurlijk met veel genoegen het voorstel van GS overgenomen, maar wij protesteren fel tegen de uitspraak van de Bornse gemeenteraad, als deze zegt: dan zal Azelo positief kunnen beginnen met de opbouw, dan wil ik hen vertellen dat als Borne ooit wil werken aan de opbouw, zij te laat komen, naast verharde wegen, aansluitingen op de elektriciteit en waterleiding heeft deze buurtschap naast een ulo en een school voor lager onderwijs, waar zelfs kinderen uit Borne onderwezen worden. Laat men de huid niet verdelen in Borne, voordat de beer geschoten is“.

Het afwijzende standpunt van de beide Deldense gemeenteraden maakt in Zwolle en Den Haag niet veel indruk. In augustus 1965 bevestigt Jan Smallenbroek, minister van binnenlandse zaken in het kabinet Cals, dat een ontwerp van wet tot samenvoeging van Stad en Ambt, spoedig naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd.
Opmerkelijk is dat het verzet tegen de herindeling uiteindelijk slaagt. Bij Henk Beernink, minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet De Jong (1967 – 1971), vinden de tegenstanders gehoor. Op 16 augustus 1967 vindt op het provinciehuis in Zwolle overleg plaats van de ministers Beernink en Schut (Volkshuisvesting) met de betrokken gemeentebesturen en Gedeputeerde Staten. Beernink komt met een uitgewerkt voorstel om beide gemeenten in stand te houden. Als Ambt en Stad Delden overeenstemming bereiken over een beperkte grenswijziging dan komt het niet tot een samenvoeging, aldus Beernink. En die overeenstemming komt er. Op 23 september 1968 kan de vlag uit in Stad en Ambt. Minister Beernink trekt het wetsvoorstel tot samenvoeging definitief in. Het voorstel kan niet rekenen op voldoende steun in de Kamer. Een meerderheid binnen de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken had zich uit tegen samenvoeging uitgesproken. De historie van beide gemeenten wordt voortgezet. Ze blijven afzonderlijk optrekken. Aan hun verloving komt een einde.
Het verhaal gaat dat Twickel een rol heeft gespeeld in het dwarsbomen van de huwelijksplannen. Henk Beernink was vooraanstaand lid van de CHU, een partij met veel oude oude adel binnen haar gelederen. In elk geval staat vast dat er contact is geweest tussen de minister en Twickel. Niet alleen de partij van Beernink (CHU) speelde daarbij een rol, maar ook het feit dat zijn voorouders afkomstig waren van de Twickeler boerderij Beernink in Bentelo. Daarnaast was ook binnen de KVP de tegenstand groot. Achter de schermen lobbyden tegenstanders volop. De samenvoeging zal niet doorgaan, vertrouwde rentmeester Brunt het Azelose raadslid Goorhuis (KVP) al in de loop van 1967 toe.

Het voortbestaan van de gemeente Ambt Delden geeft aan de loopbaan van de Bornse wethouder Jan Buijvoets een gelukkige wending. Na achtereenvolgens ambtenaar, militair(4) en politicus te zijn geweest, wordt zijn loopbaan in het voorjaar van 1969 bekroond met de benoeming tot burgemeester van Ambt Delden. Hij bekleedt het ambt met verve tot aan zijn pensioen in 1983.

Een beperkte grenswijziging

In december 1969 besluit de Tweede Kamer tot een beperkte grenswijziging tussen Stad en Ambt. De grens van Stad wordt verlegd in westelijke richting, zodat in 1972 de nieuwe wijk Rupertserve bouwrijp kan worden gemaakt. Een totale gemeentelijke herindeling wordt doorgeschoven naar overleg in provinciaal en streekverband. De zaak wordt daarmee feitelijk op de lange baan geschoven. Minister Beernink merkt bij de behandeling van het voorstel in de Tweede Kamer nog wel op, dat Ambt Delden op lange termijn niet zal kunnen blijven voortbestaan. “Ik heb ook in de besprekingen met het gemeentebestuur van Ambt Delden zo gesteld en gezegd: Gij moet niet denken, dat die grenzen nooit eens zullen worden veranderd. Ik ben er zelfs van overtuigd, dat zij nog wel eens zullen worden veranderd, maar dan zeer bepaald niet in deze zin, dat gekomen wordt tot een combinatie van Stad en Ambt Delden, doch in die zin, dat Borne, Goor, Wierden, Diepenheim en mogelijk nog andere gemeenten mede bij de gehele problematiek in beschouwing worden genomen”. Een vooruitziende blik kan hem niet worden ontzegd.

Afb. 03: De grenscorrectie tussen Delden, Ambt Delden en Borne was niet de enige correctie eind jaren ‘60. De gemeente Weerselo moest gebied afstaan aan Hengelo en Borne. Algemeen Handelsblad 29 september 1969. Bron: www.delpher.nl

Naschrift

De gemeente Ambt Delden heeft daarna nog ruim 30 jaar bestaan, totdat bij de gemeentelijke herindeling van 2001 het doek definitief viel. Rijk en provincie kregen alsnog hun zin en Stad en Ambt Delden werden opgenomen in de nieuwe fusiegemeente Hof van Twente. Een noordelijk en oostelijk gedeelte van Azelo ging over naar het grondgebied van Borne, een ander noordelijk deel naar Almelo. Het moet worden gezegd dat de gemeente Ambt Delden altijd goed heeft gefunctioneerd. De begroting was op orde. Het beheer van de openbare ruimte geschiedde vlekkeloos. De raadsleden wisten wat er onder de burgers speelde. Een instrument als burgerparticipatie was overbodig. Met deze positieve punten aan het adres van Ambt Delden wil ik dit verhaal afsluiten.

Bronnen

  • Secretarie-archief gemeente Borne 1929-1960. Inv. nr. 139 Stukken betreffende opheffing van de gemeenten Ambt-Delden en Stad Delden en vorming van een nieuwe gemeente Delden, alsmede toevoeging van een gedeelte der gemeente Ambt-Delden aan de gemeente Borne, 1958 – 1969
  • Twentsche Courant donderdag 17 augustus 1967
  • Deldens Weekblad november 1963
  • Kamerstukken, 31e vergadering 10 december 1969 blz. 1521 e.v.

Noten

  1. Volkstelling 1960
  2. Destijds werd de toekomstige A35 nog aangeduid als de zuidelijke bandweg
  3. Foto: http://www.bijvoet.org/genealogy/getperson.php?personID=I1608&tree=Buijvoets
  4. Jan Buijvoets was tijdens de oorlog ambtenaar in Oss, werd daar verzetsman en kreeg na de oorlog als luitenant de leiding over het voormalig kamp Westerbork.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 2018-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)