Auteur: Anja Tanke
Het is eind december 2011 als de gemeente een e-mail ontvangt van de Nederlandse ambassade in Ottawa. Dat gebeurt toch niet iedere dag. Wat zou hiervan de reden zijn?
Een vlag met een verhaal
Na lezing van de e-mail blijkt dat de ambassade een bijzonder verzoek heeft ontvangen van directeur Terry Whitty van de Army Cadet League. Deze organisatie beheert onder andere het museum van de Canadian Grenadier Guards in Montreal. Juist ja, dit legeronderdeel was betrokken bij de bevrijding van ons land. De directeur wil graag in contact komen met ‘de stad Borne’ in Nederland, want dat is hem niet gelukt. Maar voor de ambassade is het uiteraard geen enkel probleem.
Uit de e-mail blijkt dat in het museum van de Canadian Grenadier Guards een vlag wordt bewaard die Canadese militairen als oorlogsbuit vanuit Borne hebben meegevoerd naar huis. Het symbool op de vlag is afschrikwekkend genoeg: het hakenkruis. Waarom zou je een dergelijke vlag toch willen tentoonstellen in een Canadees legermuseum en waarom zou de directeur van het museum er vragen over hebben? Het wordt al snel duidelijk.
Canadezen in Borne
De bevrijding is daar. In de avond van 3 april 1945 is het eindelijk zover. De Engelsen bevrijden Borne die al snel gevolgd worden door de Canadezen. Het 52ste regiment vestigt haar hoofdkwartier in Het Witte Huis op de hoek van de Grotestraat/Prins Bernhardlaan. Voor de soldaten zijn onder andere slaapplaatsen ingericht in de basisschool op De Bleek. Tevens zijn soldaten ingekwartierd bij Bornse gezinnen.
Symbool van overwinning op de Duitsers
De Duitsers zijn op 3 april in alle haast vertrokken onder achterlating van allerlei spullen. Op enig moment vinden de Canadezen een Duitse vlag met hakenkruis; hét symbool van de overheersing en alle ondergane ellende. In de euforie van de overwinning plaatsen een aantal Canadese soldaten en Bornenaren hun handtekeningen op de vlag. En zo wordt deze vlag een symbool van overwinning op de vijand. In september vertrekken de Canadezen. De vlag wordt door de Canadese ondertekenaars meegevoerd naar Canada en belandt uiteindelijk, via de weduwe van één van de ondertekenaars, in het legermuseum.
De handtekeningen
Voor het museum is de gehele verbeelding van de door de Guards geleverde strijd in de Tweede Wereldoorlog een belangrijk onderdeel. De vlag hoort hierbij, te meer omdat er handtekeningen op staan van de belangrijkste militairen in het regiment waardoor deze vlag op zich ook een belangrijk deel van de collectie vormt. De meest prangende vragen die bij Whitty leven, zijn: “Wie zijn de Bornse ondertekenaars en wonen er nog nazaten in Borne die nog over informatie beschikken?”
Na bestudering van de handtekeningen en enig gepuzzel blijkt dat de achternaam van alle Bornse ondertekenaars Ellenbroek is. Dan is het niet zo moeilijk meer. Met behulp van het bevolkingsregister wordt duidelijk wie het zijn. De familie Ellenbroek woonde destijds aan de toenmalige Almeloschestraat 37, nu Grotestraat 236.
Het lukt om in contact te komen met twee familieleden. Dankzij hun medewerking komen prachtige foto’s uit het familiealbum tevoorschijn, waarop een aantal Ellenbroek familieleden staan afgebeeld met Canadese ondertekenaars. Dan blijkt ook dat sommigen van hen waren ingekwartierd bij de familie.
Afb. 04:
Enige tijd later wordt een e-mail gestuurd naar directeur Whitty met alle informatie en foto’s die dankzij de medewerking van de familie bijeen is gebracht. Een langgekoesterde Canadese wens wordt hiermee vervuld.
Een bezoek aan Borne en Holten
Het verhaal is nog niet helemaal af. In september 2012 komt Whitty naar Amsterdam voor een symposium. Dan ligt Borne wel heel dichtbij. Hij leent een auto van de Nederlandse organisatie en reist af naar Borne, waar hij hartelijk ontvangen wordt door de familie en vervolgens wordt rondgeleid in de Grotestraat. Er is ook nog tijd voor een bezoek aan de Canadese begraafplaats in Holten.
Waar een e-mail uit Canada allemaal toe kan leiden…..
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2015-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)