Auteur: Harry Filart
Op 19 mei 1964 ben ik in dienst getreden als leerling-handzetter bij drukkerij J. Over en Zoon, tevens uitgever van de Bornse Courant. Ik ben daar toen aangenomen door meneer Van Loon, die al vanaf 1962 de eigenaar was.
Toch was het de heer Over die ik in Borne als één van de eerste personen heb leren kennen. Hij woonde pal naast de drukkerij. Bultje Over, zoals hij in ons dorp beter bekend was, is nooit mijn werkgever geweest, toch heeft hij een grote indruk op mij achter gelaten. Elke dag kwam hij even langs op de drukkerij. Zijn levenswerk kon hij moeilijk loslaten. Met name zijn bulderend ,,Goede morgen heren’’ herinner ik mij als de dag van vandaag. Ik keek op tegen een aimabele kleine man die belangstelling bleef houden voor de mensen op de werkvloer. Voor iedereen had hij een persoonlijk praatje en de interesses waren daarbij oprecht. Heel veel bijzonders kan ik niet vertellen over de heer Over, daarvoor was de periode dat ik hem kende tekort. Eind 1965 is hij namelijk al overleden. Zijn crematie staat me wel helder voor de geest. Dat was in Dieren en zo vaak kwam in die tijd een crematie nog niet voor.
Van alle markten thuis
Over Chris Gorel kan ik meer verhalen. Deze man was vanaf 1916 – op 12-jarige leeftijd – als leerling begonnen bij de eerste eigenaar en oprichter van de krant, de heer Heise. Chris groeide in de loop der jaren uit tot een steunpilaar van het bedrijf.
Geluk had ik dat deze vakman, hij was tevens voorman in het bedrijf, mijn leermeester werd. Hij begeleidde me tijdens mijn vierjarige opleiding bij de Grafische School in Zutphen, waar ik eens per week naar toe moest. Chris leerde me echter meer dan de kneepjes van het vak. Zo kwam ik via hem er ook achter wat in werkelijkheid ,,een schoer door de benen’’ betekent. Een handzetter behoort namelijk rechtop achter de zetbok te staan, maar als aspirant gebeurde het ook mij wel eens dat ik, na een poosje, door de knieën zakte. En dan was Chris Spartaans genoeg om je een oplawaai van jewelste tegen de kuiten te geven, of zoals hij zei: ”Een schoer door de benen’’ voor je eigen bestwil.
Toch had ik grote bewondering voor die man bij wie het grafische vak een roeping was. Hij was echt van alle markten thuis. Was er een mankementje aan één van de drukapparaten dan was Chris in zijn element. Dan kon hij zich met zijn technisch inzicht heerlijk uitleven. Al was het met een touwtje of een draadje, een schroefje of een nippeltje. Hij kreeg hoe dan ook de boel weer aan het draaien. Normaal gesproken ging Chris tussen de middag naar huis voor de warme maaltijd. Maar op donderdag (krantendag) was het vaak druk en dan bleef hij wel eens over. In plaats dat hij dan brood van huis meenam zei hij rond half twaalf tegen de jongste bediende en dat was ik dus: ”Too Harry, goat ie efkes noar mien hoes om een paar plak stoet op te haal’n. Mina weet er al van’’. En zo stapte ik dan op Chris zijn fiets – hij reed altijd op een damesfiets – richting ‘t Letterveld, waar hij woonde. Mina hield ervan manlief te verwennen en gaf me dan een tas mee waarin een volwaardige lunch zat met sneetjes brood, een gekookt ei, droge worst of kaas en fruit. Scheutig als Chris was deelde hij rond als er wat over bleef.
Chris hield van een geintje. Hij had bijvoorbeeld de grootste lol als hij eens vlak achter je een galei, dat is een zinken plaat met opstaande randen, waar een zetter zijn zetsel op zet, op de betonnen vloer liet vallen. Dan schrok je je de klaplazarus, dan kun je begrijpen. Haalde je iets dergelijks uit met hem dan was de wereld te klein. Zo herinner ik me een voorval dat hij een keer op het toilet was en dat wij – heel dapper – een bezemsteel onder de deurkruk plaatsten. Toen op zijn kloppen en bonzen even niet werd gereageerd stapte hij totaal over de toeren (claustrofobie?) dwars door de planken van de deur heen en ging op hoge poten naar de baas om zijn beklag te doen. ”Die rotjongs, hoe kunt ze . . .‘’
Gorel heeft in Borne veel betekend voor het verenigingsleven. Zo was hij o.a. jarenlang voorzitter van de v.v. B.C.S.V., tegenwoordig De Blauwwitters, maar ook bij de zangvereniging Soli Deo Gloria had hij een bestuursfunctie. Voor nog meer verdiensten heeft Hare Majesteit het behaagd Chris koninklijk te onderscheiden.
In de drukkerij gebeurde van alles. Om de krant te vervaardigen had inmiddels de zetmachine zijn intreintrede gedaan. Een enorme vooruitgang. Het was niet meer nodig letter voor letter in een zethaak te plaatsen. Men kon volstaan met een toets aan te slaan waardoor de matrijzen met lettertekens in een houder vielen. Spaties of wigspaties vielen vanuit een ander kanaal tussen de woorden en samen zorgden ze voor een uitgevulde regel. De regel werd dan gegoten en zo ontstond een hele loden zetregel die na gebruik weer werd omgesmolten. Dat scheelde veel tijd en bovendien werden er elke keer nieuwe regels gegoten. Ook was er een eind gekomen aan het tijdrovende werk van distributie – het terugleggen van de letters in de letterkast.
Voor het overige drukwerk bleef men nog tientallen jaren het oude ambacht van het handzetten trouw.
Andere collega’s van het eerste uur
Albert Slijkhuis is een collega van het eerste uur die ik zeker niet mag vergeten te noemen. Hij stond me op de eerste werkdag keurig op te wachten op het station in Nijverdal, waar hij woonde. Aangezien ik vanaf die dag moest forensen vanuit Hellendoorn vertrokken we samen via het spoor richting Borne. In de trein stelde Albert me alvast op mijn gemak en vertelde me over de fijne sfeer die er heerste op de werkvloer. Deze sfeer ervaarde ik nog diezelfde morgen toen er, rond tien uur, koffie met gebak werd geserveerd. Helaas bleek dit geen dagelijkse gewoonte, het toeval wilde dat mevr. Van Loon die dag jarig was. Drukker Albert verhuisde in de jaren zestig met zijn gezin naar Borne. Velen zullen hem hebben gekend als organist bij de Oude Hervormde Kerk. Na zijn periode bij de Bornse Courant heeft Albert nog vele jaren gewerkt bij drukkerij Hassink in Haaksbergen.
Een paar jaar lang is ook Jan Kremer mijn collega geweest. Jan was een bescheiden, rustige man, waarmee je nooit ruzie kon krijgen. Jan had een bepaald soort humor. In zijn vocabulaire had hij een paar prachtzinnen. Deze zijn en blijven in mijn geheugen gegrift. Hij liet ze dan ook met enige regelmaat horen. Te weten: ‘’Oonze Fannie was fannach zo fenauwd, ze hef fier fieren in fotje foept, zo fenauwd was ze’’. Of deze: ‘’Lassoe, lassoe de repertoi, resto de melakka, a la beneu, koeje kaka’’. Op de vraag wat met name het laatste in goed Nederlands betekende antwoordde hij: ”Boer doot ‘t hek los, want aans driet ik oe in de boekweit”. Jan heeft zijn grafische loopbaan voortgezet bij Van der Loeff in Enschede.
Jarenlang ook was Ali Huigen werkzaam bij de Bornse Courant. Ze was uiterst plichtgetrouw en een bijna onmisbare schakel op het kantoor. Ze was daar telefoniste, secretaresse, deed de administratie enz. Dirk Post was, evenals ik, ook een leerling-handzetter, maar hij had niet echt de intentie om door te gaan in het grafische vak.
Door de jaren heen
Zesentwintig jaar, van 1964-1990, is Adriaan van Loon mijn werkgever geweest. Meneer van Loon – zo werd hij in ons dorp beter gekend – heb ik in ruim een kwart eeuw leren kennen als een bijzondere man. Hij kwam nogal gereserveerd over en was nadrukkelijk de baas. Verder was hij in de omgang wat afstandelijk. Tutoyeren of iemand bij de voornaam noemen was voor hem ‘not done”. Iedereen was voor hem meneer of mevrouw. De drukkerij nam een belangrijke plaats in in het leven van Adriaan van Loon. Het was niet alleen zijn broodwinning maar ook zijn grote hobby. Hij had zijn hart verpand aan dit bijzondere werk. Onder zijn leiding groeide de drukkerij uit tot een grafisch bedrijf en veel mooi drukwerk werd er dan ook geproduceerd. De uitgave van de Bornse Courant vormde daarin toch wel een centraal punt.
Meneer van Loon had veel kennis van zaken. Zo zat hij onder andere jarenlang in het bestuur van de Kamer van Koophandel. Verder was hij bijzonder geïnteresseerd in het maatschappelijke en politieke leven van Borne.
Er kwamen altijd veel mensen langs bij de krant. Allereerst natuurlijk de Bornse middenstand die met hun advertenties kwamen. Wie herinnert zich niet de wekelijkse aanbiedingen van Dijk Supermarkt en van Grutterink (Hagru), Textielhuis Boomkamp en van Modehuis van den Berg en van Poeier Geessie (Scholten Parfumerie) om er willekeurig maar een paar te noemen.
Voor het Bornse nieuws had je, in de jaren zestig en begin zeventig, Muizebelt. Hij had zijn sporen al verdiend bij de Wegwijzer, maar hij ging op dezelfde energieke wijze door bij de Bornse Courant. Evenals trouwens Kleintje Ellenbroek, die bovendien verantwoordelijk was voor het raadsverslag. Nog meer nieuws werd aangeleverd door Johan ter Hennepe. Good-old ter Hennepe kwam ook na zijn actieve periode nog graag langs op de drukkerij voor een gezellige babbel.
Hierna deed Kees Medendorp een paar jaar lang het verslag van de Bornse raadsvergaderingen. Hij deed dat met een vaste titel ,,Praat en daad in de gemeenteraad’’. Rond diezelfde tijd kregen we bij de krant te maken met Klaas Tabak. Een tijdlang schreef hij met veel elan over het dorpsgebeuren.
Zijn opvolgster was An Buis, die een decennium lang, van 1980 tot 1990, het plaatselijk nieuws op de voet volgde. Wanneer zij op pad moest voor een reportage gebeurde dat steevast op haar brommer, waarbij de helm natuurlijk niet ontbrak. Ze werd hiermee een bekende verschijning in ons dorp.
Fijne jaren hebben we als personeel ook meegemaakt met Jan Stoop. Al vanaf eind jaren zeventig beschrijft hij al op een kundige en heldere wijze de plaatselijke politiek.
Ook de sport kreeg bij de Bornse Courant de nodige aandacht. Mensen van de diverse sportverenigingen kwamen wekelijks langs met een A4-tje met daarop een verslag van hun wedstrijden.
Talloze bezorgers kwamen door de jaren heen bij de Bornse Courant over de vloer. Het was op de donderdag een komen en gaan. Jongens en meisjes van allerlei pluimage verdienden hier hun eerste zakcentje.
Omdat bij Drukkerij Over en Zoon ook het personeelsorgaan ,,Spin Span’’ van textielfabriek Spanjaard werd gezet en gedrukt, zagen we in de jaren zestig eindredacteur Van de Kamp regelmatig langs komen. Wat me daarvan bijgebleven is zijn de kleine foto-onderschriftjes. Die moesten met de hand gezet worden, een heidens werk. Een uiterst jeugdige Henk ten Thije volgde Van der Kamp als redacteur op.
Zelf ben ik van katholieke huize maar door de jaren heen kreeg ik veel geestelijk voer mee van de Bornse dominees en ben er niet slechter van geworden. De eindredacteuren van Hervormd Borne, een korte periode ds. Ponsteen en daarna meer dan twintig jaar dominee Remmers. Met hem konden we op de drukkerij lezen en schrijven. Voor veel kleine klusjes wist hij via de zijdeur aan Cuba gemakkelijk de weg naar de drukkerij te vinden. Tussendoor zagen we ook regelmatig de predikanten Gols en Beuckens, met wie we overigens ook uitstekend overweg konden.
Na wat passanten in het personeel kwamen in de jaren zeventig Ben Podt en Theo Vleerbos naar de Bornse Courant. Jarenlang hebben we samen een prima team gevormd. We wisten precies wat we aan elkaar hadden met eerst nog Ali Huigen en later Hilda Hollander en Ellen Leuverink op kantoor. Meneer van Loon bleef echter de grote regisseur.
In 1979 maakten we echt iets bijzonders mee. Maar weinigen zal het gebeuren dat je tijdens de dagelijkse werkzaamheden drie dagen lang gevolgd wordt door de camera’s van de KRO. Dit voor de documentaire ,,De God van Borne’’. Het betekende voor ons eerst naar de kapper en natuurlijk de zondagse broek aan. Je wilt immers goed voor de dag komen voor het oog van Neerlands volk. Toen de documentaire echt op de TV kwam was het enigszins tegenvallend, oftewel veel moeite voor niets. Hooguit 20 seconden zagen we een draaiende pers.
In 1982 ging de krant over van boekdruk (hoogdruk) naar offset (vlakdruk). De krant werd nu fotografisch gezet. Enige omscholing was uiteraard een logisch gevolg. Door de komst van de computer werd het mogelijk om een mooiere en betere krant te maken Het was echter ook de oorzaak dat het vervaardigen van familie- en handelsdrukwerk geleidelijk minder werd.
Toen Annemarie Haak in 1990 An Buis opvolgde als verslaggever bij de krant ben ik in datzelfde jaar vertrokken naar de Twentsche Courant in Hengelo wat een jaar later overging naar Enschede naar Tubantia (Wegener). Hier ben ik nog ruim vijftien jaar als DTP’er werkzaam geweest.
Dit waren de herinneringen aan een lange periode bij de Bornse Courant.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2013-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)