Auteur: J.B.F. Leuverink
Behalve een rekeningenboek liet dokter Schoemaker (geb. 1799, overl. 1879) ook een aantekenboek na Het boek begint in 1848 en loopt door tot 1875. Enige van de aantekeningen in het Dagboek en andere archivalia van de heelmeester komen in deze kleine reeks aan de orde.
In januari 1837 overlijdt A.H. Schoemaker. J.B. Schoemaker schrijft dan in zijn aantekenboek op folio 92: Vader overleed den 17 januarij 1837 in den ouderdom van 83 jaar. In een oud Evangelieboek stond dat hij gedoopt was in een boerenhuis (op 19-3-1756 op de Riekenberg, het erve waar de eerste R.K. kerk na de reformatie in Groenlo stond*) aan de weg van Groenlo naar Neede (d.i. op de kaart de weg naar Borculo) dat toen noch in ’t geheim gebeuren moe( s)t. zoude vader 85 jaar zijn geworden. Zijn geboortedag was op 18 maart.
Jan Bernard had geleidelijk de praktijk van zijn vader in Borne overgenomen en vestigde zich in een huis op de hoek van de Oude Kerkstraat/Marktstraat. De plaats waar het voormalige café “De Ster” staat. Hij liet aan de overkant van de Marktstraat een stalling bouwen voor zijn paarden en koets. In bijgaand schetsje ziet U de grootte van zijn rayon. Meestal bezocht hij zijn patiënten per paard, omdat de wegen voor een koets veelal bijna onbegaanbaar waren.
Dat sommige door hem uitgevoerde behandelingen nogal spraakmakend waren is bekend uit de beschrijving daarvan door Dr. A. Fuldauer in het boekje “J.B. Schoemaker, een Twentse Heelmeester in de 19de eeuw”. We denken hierbij vooral aan het geval van de gebroken arm… Graag voegen we hier nog een gebeurtenis aan toe die door Mw. S. Morselt-Knuif aan mij werd verteld en die steeds in de familie Morselt is doorverteld:
Een vrouw was bij een voorval zo erg geschrokken dat ze haar stem was kwijtgeraakt. Ze kon er geen woord meer uit krijgen. De dokter, die uit haar gebarentaal al begrepen had wat de oorzaak was, zette haar op een stoel en zei tot haar “Blijf hier maar even wachten”. Hij liep naar achteren, de keuken in, en maakte een pook roodgloeiend en hield deze plotseling vlak voor het gezicht van de vrouw. De vrouw gaf van schrik een gil en had hiermee haar stem terug. “Zo nu kun je wel weer gaan” sprak de dokter tegen de hevig geschrokken vrouw. “Waar ’ter mee is ingekomen moet het er ook weer mee uit”. En de volgende patiënt kon binnen komen…
J.B.F. Leuverink.
*= Mededeling H.G. Nijdam, Streekarchivariaat Regio Achterhoek, Doetinchem
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2004-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)