Auteur: J. Hoogenboom
In een onlangs door Dr. A. Fuldauer gehouden lezing over opgravingen in en rond Borne, zijn enkele stukken te zien geweest van de opgravingen die in 1973 plaats vonden in de Oude Kerk van Borne. Hieronder bevond zich ook een menselijke onderkaak.
![](https://www.heemkundeborne.nl/wp-content/uploads/2022/09/BB-1995-02-pag-52-54-Afb.-01-opgraving-in-1973-1.jpg)
Door Dr.. Fuldauer werd deze als volgt beschreven: Onderkaak van een jonge vrouw (20 25 jaar). Redelijk gaaf gebit, alleen de beide linker kiezen hebben cariës. Eén kies is na de dood verloren gegaan. Verstandskiezen staan op doorbreken. Waarschijnlijk was het van een vrouw uit het geslacht Schele, in ieder geval heeft de kaak behoord tot één van de bewoonsters van Het Weleveld.
De opgegraven delen zijn alweer enige tijd in een vitrine op het koor van de Oude Kerk opgesteld, zodat deze ook bij een rondleiding in de kerk bezichtigd kunnen worden. Bij de samenstelling van de inhoud van de vitrine was de onderkaak ook reeds opgevallen, maar nu, i.v.m. de lezing van Dr. Fuldauer wordt men daarmee opnieuw geconfronteerd en komt toch weer de vraag naar voren: “Welke jonge vrouw is op die leeftijd overleden en daar, in de Oude Kerk, begraven”.
Het is wel een respectabel aantal mensen dat vroeger in de loop der tijd in het koor en in het schip van de kerk is begraven. Nu is deze onderkaak bij opgravingen in het koor gevonden en behoeven wij ons bij ons onderzoek slechts te beperken tot de begravingen in het koor. We moeten het doen met de ons ter beschikking staande gegevens. Als we dan bij het geslacht Van Weleveld beginnen, komen we al gauw bij de laatste erfgenaam terecht, Anna, welke trouwt met een Duitse Adellijke Jonker, de Ridder Sweder I Schele. Door hem kwam de havezate in het, uit het Osnabrückse stammende, geslacht Schel. Deze Sweder I en Anna kregen 2 zonen en 3 dochters. De zoon Christoffel werd erfgenaam van Het Weleveld. De dochters worden niet meer genoemd en zijn waarschijnlijk elders getrouwd en overleden.
![](https://www.heemkundeborne.nl/wp-content/uploads/2022/09/BB-1995-02-pag-52-54-Afb.-02-Onderkaak-van-een-jonge-vrouw-1.jpg)
Uit het huwelijk van Christoffel met Judith Ripperda werden 2 zonen en 8 dochters geboren. Uit de vertaling door de heer Bakker van het “Dagboek van Sweder II Schele” blijkt dat geen van deze dochters op deze leeftijd is overleden.
Zo komen we dan bij Christoffels zoon Sweder II Schele en zijn dochters uit zijn eerste huwelijk met Elisabeth Benedicta, t.w. Judith Anna, Johanna Geertruud en Agnes Reiniera. Hiervan overleed Agnes Reiniera reeds op 16-jarige leeftijd. Johanna Geertruud komt in aanmerking voor de leeftijdsklasse 20 – 25 jaar, want zij was pas 23 jaar toen zij overleed.
In de volgende geslachten die Het Weleveld bewoonden, zijn voor zover bekend geen dochters overleden tussen 20 en 25 jaar oud. De eerste opvolgende Goossen Heiderijk Schele had 5 zonen. De daarop volgende erfgenaam Willem Hendrik had 3 zonen en 4 dochters, welke allen op veel oudere leeftijd zijn overleden.
De volgend generatie op Het Weleveld was de familie Van Hambroick, waarvan Joost 3 zonen had en zijn opvolgers waren Robert en Hendrik en daarna nog zijn zoon Willem Hendrik.
De onderkaak is dus waarschijnlijk (want enige zekerheid ontbreekt) van de dochter (Johanna Geertruud) van Sweder Schele (1569 – 1639) en Sophia Reiniera van Coeverden-Raen (overleden in 1613). Deze dochter overleed in 1632 op 23-jarige leeftijd.
Over deze Johanna Geertruud is niet zoveel bekend, maar wel over het gezin waarin ze werd opgevoed. Als haar vader hertrouwt met Anna Brawe tot Campe en Dijkhuis worden nog 3 kinderen geboren; de jongste Reabolt Herman werd een belangrijk staatsman. Van Reabolt Herman lezen we: Hij kreeg al wat ouders aan hun kind maar kunnen geven: een gelukkige jeugd, goede gezondheid, een voorbeeldig ouderlijk huis. Deze Johanna Geertruud zal daar ongetwijfeld ook een gelukkige jeugd hebben gehad.
J. Hoogenboom
SEX
![](https://www.heemkundeborne.nl/wp-content/uploads/2022/09/BB-1995-02-pag-52-54-Afb.-03-Oma-met-kleinkind.jpg)
De tiedn bint aanwies veraandert
völ is ter op n kop ezet.
Veural de “zeden” bint völ lösser.
De oaldren hebt ter meuilik met.
“Opoe” vreug lest kleane Liesje,
“deer ie vrogger ok an sex?”
Liesje war n jaar of neegen
Opoe stun gewoon perplex.
Opoe nöstern: “Ach ie snottert
wa kö’j toch dore dinge zegn.”
“Daar har wie vrogger gar gin tied veur,
k’heb derteen keendr groot mutn brengn!”
Jan Kleinman
![](https://www.heemkundeborne.nl/wp-content/uploads/2022/09/BB-1995-02-pag-52-54-Afb.-04-Spreuk-1.jpg)
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 1995-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)